Front (meteorologie): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 2:
[[Image:Kou-en-warmtefront.png|250px|thumb|Doorsnede van de atmosfeer met een depressie met een warmte- en koufront.]]
[[Image:Occlusiefront.png|250px|thumb|Doorsnede van de atmosfeer met een depressie met een occlusiefront.]]
Een '''front''' is een scheidingsvlak tussen koude en warme [[Luchtmassa|luchtsoorten]]. Soms wordt de term gebruikt ter aanduiding van een scheidingsvlak tussen droge en vochtige luchtmassa's. Hoewel dit eigenlijk een dunne overgangslaag of mengingslaag is, is het gebruikelijk om van een frontvlak te spreken. [[Frontogenese]] is het ontstaan van fronten, of in wijdere zin het verscherpen of activeren van een bestaand front. [[Frontolyse]] is het tegenovergestelde hiervan; dit is het oplossen of verzwakken van fronten.
 
Het verschil in temperatuur tussen beide luchtsoorten heeft een verschil in [[Dichtheid (natuurkunde)|dichtheid]] tot gevolg. Hierdoor staat het frontvlak niet verticaal, maar zal de dichtere lucht zich onder minder dichte uitbreiden. Dit in combinatie met het [[corioliseffect]] maakt dat het vlak een helling krijgt. Deze helling is over het algemeen klein en ligt tussen 1 op 25 en 1 op 100.
Regel 16:
 
== Weer ==
De nadering van een front is meestal al te merken aan het [[weer (meteorologie)|weer]]. Deze veranderingen worden gebruikt voor frontenanalyse en bestaan uit:
* een temperatuursprong;
* een windsprong;
* de [[barometer]]tendens;
* de [[Wolk|bewolking]];
* de [[Neerslag (atmosfeer)|neerslag]];
* de [[Luchtvochtigheid|vochtigheidsverandering]];
* het [[Zichtbaarheid|zicht]].

Zo zal de [[wind (meteorologie)|wind]] in de regel al ruim vóór een frontpassage toenemen en geleidelijk van richting veranderen in tegengestelde richting van de wijzers van een klok. Als het front dichterbij komt neemt ook de [[wolk|bewolking]] toe. Een warmtefront kondigt zich aan met hoge [[Cirrostratus|sluierbewolking]]. Terwijl het warmtefront voorbijtrekt valt er mogelijk lichte [[regen (neerslag)|regen]] of [[motregen]]. Bovendien verslechtert het zicht en kan het geruime tijd nevelig of [[mist]]ig zijn.
 
Ook een koufront wordt gemarkeerd door bewolking. Bij de passage van het front valt meestal intensievere, buiige neerslag. De wind draait dan plotseling in dezelfde richting als de wijzers van een klok en waait achter het koufront meestal uit richtingen tussen west en noord. Na de frontpassage klaart het gewoonlijk op en wordt het zicht aanzienlijk beter.