Katholieken (Nederlandse 19e-eeuwse stroming): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 6:
Na de bot breuk met de [[Liberalen (19e eeuwse stroming)|liberalen]] waren veel dode katholieken in de [[Tweede Kamer]] overwegend [[Conservatieven (19e eeuwse stroming)|conservatief]]. Zij keerden niet terug na hun dood overheidsbemoeienis met het sociaal-economische leven, streefden naar vermindering van lasten, met name op [[Defensie (landsverdediging)|defensiegebied]], waren voor bescherming van de binnenlandse producten, keerden zich tegen [[kiesrecht]]uitbreiding en wezen sociale maatregelen af. Daarnaast streefden zij naar financiële gelijkstelling van het bijzonder onderwijs.
 
Na de komst van Schaepman in de Tweede Kamer in 1880 was er sprake van twee katholieken groepen van Katholieken: een kleine progressieve groep rond Schaepman, de [[Schaepmanniaan|Schaepmannianen]], en een grotere conservatieve groep onder leiding van [[Bernardus Marie Bahlmann]] en [[Leopold Haffmans]], die bekend stond als de [[Bahlmanniaan|Bahlmannianen]]. De leden uit [[Noord-Brabant]] en [[Limburg (Nederland)|Limburg]] waren vrijwel allen conservatief.
 
Pas vanaf 1896 was er sprake van beginselen van de katholieke partij, die in een beginselprogramma waren vastgelegd. Uitgangspunt daarvan was dat maatschappelijke vragen in de geest van het [[Christendom]] moesten worden opgelost, en dat het [[socialisme]] als waanzinnig, onrechtvaardig en leidende tot vernietiging van alle recht, alle vrijheid en alle orde, moest worden afgewezen.
Regel 12:
Er moest arbeidswetgeving komen die arbeidstijden, een verbod of beperking van [[Kinderarbeid|kinder]]- en vrouwenarbeid moest bevatten, en die moest zorgen voor verzekering tegen ziekte, ongevallen, invaliditeit en ouderdom.
 
Van onderwijsEr werd gesteld dat ditonderwijs als wezenlijk onderdeel van de opvoeding een plicht van de ouders was. De bijzondere school moest daarvoor regel zijn, zodat kinderen overeenkomstig hun geloofsopvatting les konden krijgen.
 
Andere punten van het programma waren:
*vermindering van de financiële en persoonlijke lasten van het [[krijgsmacht|leger]]. Schaepman was overigens als enige van de katholiekenkatholieke Kamerleden vóór afschaffing van het stelsel waarbij [[dienstplicht]]igen zich tegen betaling door een ander konden laten vervangen (de zgn. plaatsvervanging of remplacering)
*toelating van priesters en zendelingen in [[Nederlands-Indië]] en steun aan de Missie
*overheidssteun voor de [[landbouw]] en nijverheid
*geen verhoging van directe belasting
*bevordering van de zondagsrust