Acrylverf: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
VolkovBot (overleg | bijdragen)
k robot Erbij: tr:Akrilik boya
Robbot (overleg | bijdragen)
k Botgeholpen doorverwijzing: Alkalisch - Verwijzing(en) gewijzigd naar base (scheikunde)
Regel 14:
Bij acrylverf is de pigmentconcentratie meestal lager dan bij olieverf vanwege de vele toevoegingen: de helft van de verfmassa bestaat uit water of oplosmiddel<ref>D. Kraaijpoel & C. Herenius, 2007, ''Het kunstschilderboek — handboek voor materialen en technieken'', Cantecleer, p. 34</ref> — en omdat de fabrikanten, ook als dit voor een bepaald pigment op zich niet nodig is, altijd een constante hoeveelheid bindmiddel gebruiken om te voorkomen dat de verf bij droging door ongelijke krimpspanning gaat scheuren. Daardoor lijken de kleuren minder verzadigd en is het moeilijker dekkend details aan te brengen. Dat laatste wordt nog verder bemoeilijkt doordat de verf erg [[viscositeit|visceus]] ('stroperig') is, maar het gebruik van tolueen als oplosmiddel vermindert dat probleem. Ondanks, of door, de stroperigheid is de verf "lang": de penseeltoetsen vervloeien weer. Over het algemeen hebben de goedkopere "studieverven" minder (en goedkoper) pigment. Sommige merken gebruiken geen vloeimiddelen zodat de pigmentconcentraties hoger zijn, zoals ''Golden Artist Acrylics''.
 
Sommige pigmenten, zoals [[Pruissisch blauw]], [[chromaatgeel]], [[kraplak]] of [[zinkwit]], kunnen niet met een acrylaatbindmiddel gecombineerd worden, omdat dit [[base (scheikunde)|alkalisch]] is. Toen in de jaren vijftig de eerste commerciële acrylverf op waterbasis voor kunstschilders op de markt kwam, was de pigmentkeuze nog heel beperkt; langzaam is het assortiment steeds groter geworden, een proces dat vooral sterk bevorderd werd door het ontwikkelen van kleuren voor autolak. Tegenwoordig worden nieuwe pigmenten meestal eerst in acryl uitgebracht; verouderde pigmenten die alleen nog om traditionele redenen in olieverf gebruikt worden, ontbreken echter: zo is het pigmentaanbod in acrylverf wat moderner dan in olieverf.
 
Om het pigment goed met het bindmiddel te vermengen, moeten de verschillende componenten nauwkeurig met de correcte bevochtiging en in de juiste volgorde samengevoegd worden. Dit luistert zo nauw dat het voor de schilder niet doenlijk is zelf met losse pigmenten acrylverf te maken. De bereidingsvolgorde is meestal dat men eerst door middel van een [[dissolver]] (mengmachine bestaande uit een mengas en dispergeerschijf) het water vermengt met het pigment via een pigmentbevochtiger die als dispergeermiddel voorkomt dat het pigment gaat klonteren en schiften en daarna met de snelmenger de acrylaatharsdispersie(s) toevoegt gevolgd door het [[coalescentiemiddel]] (het dispergant vloeimiddel dat de menging van bindmiddel en pigment verbetert), een [[conserveringsmiddel]] en het verdikkingsmiddel.<ref>D. Kraaijpoel & C. Herenius, 2007, ''Het kunstschilderboek — handboek voor materialen en technieken'', Cantecleer, p. 182</ref>