Félix de Mérode: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 31:
Tegelijk lid van het Voorlopig Bewind en van het Nationaal Congres, oefende Merode uiteraard heel wat invloed uit. Hij stemde de onafhankelijkheidsverklaring (de aanvaarding gebeurde unaniem) en hij stemde voor de eeuwigdurende uitsluiting van de Nassaus. Toen een koning diende te worden verkozen, opteerde hij aanvankelijk voor Otto van Beieren, maar toen dit niet haalbaar bleek, stemde hij met de meerderheid voor de [[Lodewijk van Orléans|hertog van Nemours]]. Hij was lid van de delegatie die deze verkiezing aan koning [[Louis-Philippe]] ging meedelen en terugkwam met de boodschap van diens weigering. Door zijn deelname aan de delegatie drukte Merode meteen de geruchten de kop in dat hij wel zelf graag koning wilde worden.
 
Toen moest er een regent worden verkozen. [[Surlet de Chokier]], voorzitter van het Nationaal Congres haalde het met 108 stemmen, tegen 43 voor Merode en 5 voor [[Etienne de Gerlache]]. De stemmen voor de Merode kwamen hoofdzakelijk uit de overtuigd katholieke middens. De tien priesters die aan de stemming deelnamen, stemden allen voor hem. Maar ook [[Charles Rogier]] en [[Paul Devaux]] brachten hun stem op hem uit. De groepen waren niet eenduidig afgelijnd en persoonlijke relaties speelden een rol.
 
Na deze verkiezing nam het Voorlopig Bewind ontslag en Surlet benoemde een eerste regering. De zoektocht naar een definitief staatshoofd werd hernomen. De Merode trok met [[Léon de Foere]], [[Charles Hippolyte Vilain XIIII]] en [[Henri de Brouckère]] naar [[Londen]] om er met de nieuwe beoogde kandidaat [[Leopold I van België|Leopold van Saksen Coburg]] en met de vertegenwoordigers van de Mogendheden te gaan overleggen. Toen begin juni Leopold werd verkozen, behoorde de Merode opnieuw tot de delegatie die hem de kroon ging aanbieden. Meteen moest nog het [[Verdrag der XVIII artikelen]] worden goedgekeurd en Merode kwam bij herhaling ten gunste hiervan tussen in het Congres, ook al betekende dit het verlies van heel wat grondgebied, in het bijzonder Maastricht die hij vertegenwoordigde. Na de goedkeuring trok hij opnieuw naar Londen met de delegatie die Leopold ging informeren en hem ging uitnodigen om zonder verder uitstel naar België te komen.