Gérard Romsée: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Pompidombot (overleg | bijdragen)
ont-dp'ed
Regel 6:
Op het O.L.V-college van [[Tongeren (stad)|Tongeren]] was Romsée een van de mede-oprichters van het belgicistische jongensclubje ''De zwarte hand''. Pas als vijftienjarige werd hij [[flamingant]] onder invloed van [[Vlaamse Beweging|Vlaamsgezind]]e ''priester-leraars''. In [[1920]] begon hij zijn studies [[rechten]] en [[Thomas van Aquino|Thomistische wijsbegeerte]] aan de [[Katholieke Universiteit Leuven]]. Hij werd lid van enkele Vlaamsgezinde studentenverenigingen, waaronder het [[Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond]], en ijverde voor het ''recht op onderwijs in het Nederlands''. Confrontaties met [[Walen]] en belgicisten liepen uit op vechtpartijen en Romsée werd van de universiteit gegooid. Dit voorval betekende ook de breuk met het thuisfront. Via de centrale examencommissie kon Romsée toch afstuderen, weliswaar met de financiële steun van gelijkgestemde geestelijken en van de [[Boerenbond (Vlaanderen)|Boerenbond]]. Hij behaalde een [[doctoraat|doctorstitel]] in de rechten en een [[Licentiaat|licentie]] in de [[wijsbegeerte]].
 
Op 26 mei [[1929]] wordt hij verkozen voor de Limburgse ''Katholieke Vlaamsche Volkspartij''. Deze partij huldigt een uitgesproken [[Rooms-katholieke Kerk|katholiek]] standpunt, zweert bij een [[Federalisme|federalistische]] staatshervorming en verwerpt [[Groot-Nederland]]. De KVVL groeit vanaf [[1936]] uit tot de tweede partij in Limburg. Romsée wordt zo een van de topfiguren in de [[Vlaamse Beweging|Vlaams-Nationale beweging]]. Pas dan stuurt Romsée haar een [[extreem-rechts]]e richting in. Hij spreekt zich uit voor de [[Nieuwe Orde]] en een [[Corporatisme|corporatief]] georganiseerde samenleving. De Katholieke Vlaamsche Volkspartij wordt eind jaren dertig opgeslorpt door het [[Vlaams Nationaal Verbond|VNV]] van [[Staf de Clercq]], Romsée wordt VNV-[[fractieleider]] en lid van de ''Raad van Leiding'' van de partij. Hij werd toen door buitenstaanders beschouwd als behorende tot de ''gematigde strekking'' binnen het VNV.
 
In de zomer van 1940, na de [[Achttiendaagse Veldtocht]], speelt Gerard Romsée namens het VNV een rol in pogingen om een nieuw [[Autoritarisme (politicologie)|autoritair]] ''staatsmodel'' en een nieuwe regering te vormen, al dan niet onder leiding van [[Koning (titel)|koning]] [[Leopold III van België|Leopold III]]. In augustus [[1940]] wordt hij [[gouverneur]] van [[Belgisch Limburg|Limburg]] en in april [[1941]] ''secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken en Volksgezondheid''. Als dusdanig is hij tijdens de bezetting één van de belangrijkste figuren van de machtsgreep van de [[Nieuwe Orde]] in België. Formeel neemt hij vanaf 1940 afstand van het [[Vlaams Nationaal Verbond|VNV]], alhoewel hij nooit ontslag nam uit de partij. In de praktijk is zijn beleid er sinds [[1940]] op gericht geweest een [[nationaal-socialistisch]]e ''Nieuwe Orde'' te vestigen en wordt hij vanaf zijn benoeming in 1941 beschouwd als een belangrijk vertegenwoordiger van het VNV.<ref>WOUTERS NICO, Oorlogsburgemeesters 40/44: lokaal bestuur en collaboratie in België, Lannoo, 2004</ref>
 
Begin september 1944 vlucht Romsée naar [[Oostenrijk]]. In mei 1945 komt hij terug naar België. Hij wordt veroordeeld tot de [[doodstraf]], maar deze werd omgezet in [[Levenslange gevangenisstraf|levenslange opsluiting]]. In 1948 wordt hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig jaar. Zes jaar later komt hij vervroegd vrij en op 22 juni 1966 krijgt hij ''eerherstel''. Zijn broer Paul werd tijdens de bevrijdingsdagen van september 1944 zonder vorm van proces, samen met vier andere [[collaborateur]]s, voor het [[vuurpeloton]] gebracht en doodgeschoten op het binnenplein van de gevangenis van Tongeren. <ref>BOUVEROUX, J., ''Terreur in oorlogstijd - Het Limburgse drama'', 1984</ref> <ref>RASKIN, E., Een ongewone man. Een ongewoon leven, Hadewijch, 1995</ref> <ref>DE WEVER, B., Greep naar de macht, Lannoo, 1994</ref>.