Adalbero I van Metz: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Sonuwe (overleg | bijdragen)
nieuw artikel over een bisschop en abt; Bronnen: de.wikipedia, fr.wikipedia en de Biographie Natonale
(geen verschil)

Versie van 19 mei 2010 21:21

Adalbero I van Metz (ook: Adalbero van Bar of Adalbero van de Ardennen) (tussen 910 en 915 - Sint-Truiden, 26 april 962) was bisschop van Metz van 929 tot 954.

Levensloop

Adalbero was de zoon van paltsgraaf Wigerik en van Kunigunde van de Ardennen en was de broer van Siegfried I van Luxemburg. In 929 werd hij omwille van zijn adellijke afkomst unaniem verkozen tot bisschop van Metz.

Hij deed de abdijen, die afhingen van het bisdom en die in verval waren, terug heropleven. Hiervoor kreeg hij de bijnaam vader van de monikken. Adalbero liet de vervallen gebouwen herstellen en breidde de bezittingen van de abdijen verder uit. In 933 was hij de drijvende kracht achter de heropleving van de abdij van Gorze en in 944 zette hij zich in voor de heropleving van de abdij van Sint-Truiden die eveneens afhing van het bisdom Metz.

Adalbero werd abt van deze laatste abdij en hij bleef dit tot aan zijn dood. Hij probeerde zo veel mogelijk zijn tijd te verdelen tussen het bisdom Metz en de abdij van Sint-Truiden. Op zijn vraag werd hij in 954 door hertog Koenraad de Rode ontheven van zijn taak als bisschop waarna Adalbero tot aan zijn dood in 962 in Sint-Truiden verbleef.

Na zijn dood werd zijn lichaam eerst naar de abdij van Gorze gebracht en daarna naar de abdij Saint-Arnoul in Metz waar een grote verering ontstond. In 968 gaf keizer Otto I de Grote een charter uit waarin Adalbero de titel sanctissimus kreeg.

Adalbero werd algemeen beschouwd als één van de beste prelaten van zijn tijd. Hij had speciale aandacht voor de opvoeding van de jeugd. Zelf zorgde hij voor de opleiding van zijn neef Adalbero van Reims die later aartsbisschop van Reims werd.

[bron?]