Zonnenevel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
JAnDbot (overleg | bijdragen)
lijkt me geen reden voor een hoofdletter
Regel 3:
De hypothese van een '''Zonnenevel''', ook wel de '''Kant-Laplace-hypothese''' genoemd, is de op dit moment meest waarschijnlijk geachte verklaring voor het ontstaan van het [[Zonnestelsel]]. De theorie werd bedacht door [[Emanuel Swedenborg]] in 1734.<ref>{{la}}[[Emanuel Swedenborg|Swedenborg, E.]]; 1734: ''Opera Philosophica et Mineralia'', in Principia, Volume I</ref> [[Immanuel Kant]], die Swedenborgs werk kende, breidde de theorie in 1755 verder uit. Hij bedacht dat als [[nevels en gaswolken]] langzaam [[rotatie (natuurkunde)|roteren]], ze langzaam samentrekken en platter worden onder hun eigen [[gravitatiekracht]], waarbij uiteindelijk de centrale [[ster (hemellichaam)|ster]] en [[planeet|planeten]] van een zonnestelsel gevormd wordt. Een vergelijkbaar model werd in 1796 voorgesteld door [[Pierre-Simon Laplace]]. De twee modellen kunnen gezien worden als vroege modellen uit de [[kosmologie]].
 
Hoewel de theorie werd bedacht om het bestaan van ons Zonnestelselzonnestelsel te verklaren, nemen kosmologen tegenwoordig aan dat het proces van vorming van planetaire stelsels overal in het [[Heelal]] voorkomt. Inmiddels zijn meer dan 250 zogenaamde [[exoplaneet|exoplaneten]] ontdekt in de [[Melkweg (sterrenstelsel)|Melkweg]] en het is duidelijk dat een zonnestelsel rond een ster geen uitzonderlijke situatie is.
 
== Overzicht van de hypothese ==