Connie Patijn: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Japiobot (overleg | bijdragen)
Regel 18:
 
==Levensloop==
Patijn studeerde rechten aan de [[Rijksuniversiteit Utrecht]]. Hij promoveerde in 1937 aan dezelfde universiteit. Vervolgens maakte hij carrière als ambtenaar: hij was adjunct-secretaris bij de [[Economische Raad]], chef kabinet van de minister van Handel en Nijverheid, directeur algemene zaken op het [[Ministerie van Economische Zaken (Nederland)|ministerie van Economische Zaken]] en directeur internationale organisaties op het [[ministerie van Buitenlandse Zaken]]. Op 1 juli 1955 trad hij als kamerheer in buitengewone dienst van koningin Juliana.
 
Patijn, die oorspronkelijk lid was van [[Christelijk-Historische Unie]], was bij de oprichting in 1946 lid geworden van de PvdA. In 1956 kwam hij in de Tweede Kamer, toen deze van 100 tot 150 leden werd uitgebreid. Hij was woordvoerder buitenland en hield zich ook bezig met justitie en zaken betreffende het koninklijk huis. Hij was een voorvechter van de Europese samenwerking. Bij de vorming van het [[kabinet-Cals]] in 1965 hoopte hij in aanmerking te komen voor een staatssecretarisschap, maar hij werd gepasseerd. Onder invloed van de vernieuwingsbeweging [[Nieuw Links (PvdA)|Nieuw Links]] werd de als te behoudend ervaren Patijn in 1967 uit de Kamerfractie gezet. Patijn verliet de politiek en zou later ook zijn lidmaatschap van de PvdA opzeggen.