Molassebekken: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Pompidombot (overleg | bijdragen)
k Linkfix ivm sjabloonnaamgeving met AWB
Regel 1:
{{Zijbalk geologie van de Alpen}}
Het '''Molassebekken''' is een in het [[Oligoceen]] en [[Mioceen]] gevormd [[voorlandbekken]] ten noorden van de [[Alpen]]. Het bekken ontstond als gevolg van de [[flexuur]] (ombuiging) van de [[Europese plaat]] onder het gewicht van de destijds ten zuiden van het bekken vormende Alpen. Het bekken is gevuld met [[molasse]], het materiaal dat door [[erosie]] en [[denudatie]] uit een vormend gebergte wordt verwijderd en door rivieren wordt afgevoerd.
 
De naam "molassebekken" kan in de [[geologie]] ook in algemene betekenis gebruikt worden voor een gelijktijdig met een gebergte gevormd voorlandbekken van het type dat ten noorden van de Alpen ligt. Het bekken is de [[typelocatie]] van molasse, een opvolging van [[sedimentair gesteente|sedimentaire gesteentelagen]] bestaande uit [[conglomeraat (geologie)|conglomeraat]] en [[zandsteen]], die alleen voorkomt langs de rand van gebergten.
 
==Geografische ligging==
Regel 14:
Door de aanvoer van enorme hoeveelheden sediment uit de Alpen raakte het bekken langzaam opgevuld. Ongeveer tussen 30 tot 10 miljoen jaar geleden (tijdens het Oligoceen en Mioceen) werden in het bekken ondiep mariene en [[continentaal|continentale]] sedimenten (molasse) afgezet. Het bekken kwam rond 10 miljoen jaar geleden zo hoog te liggen dat netto sedimentatie stopte. Vanuit het zuiden werd de molasse ongeveer 10 kilometer overschoven door de [[Helvetische Dekbladen]], waarbij ook de opschuivingen in de ''Subalpiene Molasse'' ontstonden. Tijdens deze laatste tektonische fase ontstond ook het [[Jura (gebergte)|Juragebergte]], waarbij op sommige plaatsen de molasse werd [[plooi (geologie)|meegeplooid]]. In het Zwitserse Mittelland was de molasse echter zo dik, dat plooiing [[mechanica|mechanisch]] moeilijk was. Het gehele Mittelland verschoof daarom een aantal kilometer naar het noorden en de plooiing vond pas plaats in de Jura,<ref>Laphart (2005), p. 64</ref> die als een soort grote kreukelzone beschouwd kan worden. Dankzij de [[tektonische opheffing]] in een fase rond 5 miljoen jaar geleden ligt de om of nabij zeeniveau afgezette molasse tegenwoordig een paar honderd meter (in het Mittelland tot 400 meter) boven zeeniveau.
 
[[AfbeeldingBestand:USM_fluviatile_sandstone_Wallenried.JPG|thumb|200px|Afwisselende lagen grijs [[fluviatiel]] zand en rode [[silt]]ige [[Mergel (sedimentologie)|mergel]] in de Untere Süsswassermolasse bij [[Wallenried]], [[Zwitserland]].]]
 
==[[Stratigrafie]]==
De afzettingen aan de zuidzijde van het Molassebekken zijn op sommige plaatsen 3 tot 6 kilometer dik. Deze worden in de [[lithostratigrafie]] als een [[groep (stratigrafie)|groep]] gezien, die opgedeeld wordt in vier [[formatie (stratigrafie)|formaties]]. Deze opdeling werd gedaan op [[sedimentaire facies|facies]], in mariene en [[terrestrisch afzettingsmilieu|terrestrische]] sedimenten.
 
De onderste formatie is de '''[[Untere Meeresmolasse]]''' ([[Duits]] voor ''onderste mariene molasse'') en komt uit het [[Rupelien]] (Vroeg-Oligoceen, 34 tot 28 miljoen jaar oud). Het voorland van de Alpen was in dit [[geologisch tijdperk|tijdperk]] bedekt met een ondiepe zeearm. Er wordt [[zand]], [[klei]] en [[Mergel (sedimentologie)|mergel]] afgezet. Daarbovenop volgt de '''[[Untere Süsswassermolasse]]''' (Duits voor ''onderste zoetwatermolasse'') uit het [[Chattien]] en [[Aquitanien]] (28 tot 22 miljoen jaar oud). Door een wereldwijde daling van het [[zeeniveau]] en [[tektonische opheffing]] in het Molassebekken komt het gebied boven water te liggen. Er worden [[fluviatiel]]e zanden en kleien afgezet en [[puinwaaier]]s van [[conglomeraat (geologie)|conglomeraten]] afkomstig uit het achterliggende orogeen.
 
Rond 22 miljoen jaar geleden raakt het voorland van de Alpen door [[subsidentie|tektonische subsidentie]] weer overspoeld door een ondiepe [[waddenzee]] (de [[Burdigalische zeestraat]]), die zich uitstrekt tussen waar tegenwoordig de steden [[Lyon]] en [[Wenen]] liggen en een verbinding vormde tussen de [[Tethys Oceaan]] en de [[Paratethys]]. De '''[[Obere Meeresmolasse]]''' (Duits voor ''bovenste mariene molasse''), die bovenop de Untere Süsswassermolasse ligt, is daarom weer marien. Behalve ondiep mariene zanden, kleien en mergels komen er ook conglomeraten in voor, afkomstig van puinwaaiers van materiaal uit de achterliggende Alpen. Deze formatie komt uit het [[Burdigalien]] en [[Langhien]] (22 tot 16 miljoen jaar geleden). Door een nieuwe fase van opheffing trekt de zee zich weer terug en wordt tussen 16 en 5 miljoen jaar geleden (in de tijdperken [[Serravallien]], [[Tortonien]] en [[Messinien]]) de '''[[Obere Süsswassermolasse]]''' gevormd, een formatie die bestaat uit fluviatiele sedimenten en grote puinwaaiers.<ref>Zie voor een beschrijving van de formaties onder andere Labhart (2005), pp. 20-24</ref>
Regel 25 ⟶ 26:
 
{{Bron|bronvermelding=
<references />
 
'''Literatuur''':
*{{de}}{{aut|Laphart, T.}}; '''2005''': ''Geologie der Schweiz'', Ott Verlag, ISBN 3-7225-0007-9.