Wielophanging: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Macfip (overleg | bijdragen)
Macfip (overleg | bijdragen)
aanvulling tekst
Regel 16:
Wielen zijn in de regel verbonden met een voertuig met gebruikmaking van een van een [[Veer (mechanica)|veersysteem]], hetgeen een vereiste is voor een comfortabele rit, zelfs als er weinig oneffenheden zijn. Daarnaast zorgt de wielophanging, in combinatie met de vering voor een betere wegligging.
 
Hier bij is het belangrijk wat de stand van de (het) wiel(en) t.o.v. het voertuig is, de z.g. "uitlijning"[[stuurgeometrie]]. Dit wordt met gespecialiseerde apparatuur gemeten en het instellen wordt "uitlijnen" genoemd. Er worden 3 hoeken d.m.v. de ophanging ingesteld: [[Caster]], [[Camber (hoek)|camber]] en [[sporing]]
 
== Typen ==
:Allereerst maken we een onderscheid tussen:
 
=== Tweewielers: ===
 
Bij fietsen en motorfietsen is het voorwiel verbonden met het frame d.m.v. een[[ voorvork]]. Deze kan zowel geveerd als ongeveerd uitgevoerd zijn.
:In principe kunnen we de wielophanging scheiden in drie typen:
 
=== Starre assen ===
Het achterwiel is bij fietsen vaak rechtstreeks en ongeveerd aan het [[Frame (fiets)|frame]] verbonden maar constructies met gebruikmaking van een verende [[Achterbrug|achterbrug]] komen steeds meer voor.<br/>
Bij moderne motorfietsen wordt gebruik gemaakt van een verende achterwielophanging en dan wordt gebruikt gemaakt van of; een verende achterbrug waartussen het wiel geplaatst wordt, oftewel een [[Swingarm|swingarm]] waaraan het wiel eenzijdig verbonden is.
Bij alle tweewielers wordt als vering meestal schroefvering toegepast.
 
=== Vier-of meerwieligen ===
 
:In principeHiervan kunnen we, in principe, de wielophanging scheiden in drie typen:
==== Starre assen ====
 
*Bij deze [[As (mechanica)|as]] zijn de beide wielen direct met elkaar verbonden zijn via een buis of een "aslichaam". Hierbij kunnen ze in verreweg de meeste gevallen wel onafhankelijk van elkaar draaien, maar niet onafhankelijk van elkaar veren. Bij het inveren van het ene wiel, wordt het andere altijd min of meer meegenomen en zal het camber veranderen [[media:Solid Axle Diagram.gif |zie voorbeeld]]. Starre assen zijn over het algemeen een sterkere constructie vandaar de toepassing bij vrachtwagens, bestelbusjes, terreinauto's, sommige (oudere) personenauto's en aanhangers.
Regel 31 ⟶ 41:
***Luchtvering
 
==== Semi-onafhankelijk ====
 
*Dit is lange tijd populair geweest als achterwielophanging bij voorwielaangedreven personenauto's. De achterwielen waren verbonden door langsarmen aan een "u-vormige" buis die enigszins kon torderen. Weliswaar minder star dan een starre achteras, maar het ene wiel oefent tijdens het inveren wel enige invloed uit op het andere wiel.
Regel 37 ⟶ 47:
**Schroefveren
 
==== Onafhankelijke wielophanging ====
 
*Deze is vaak aan de voorzijde van een auto terug te vinden en tegenwoordig ook steeds meer aan de achterzijde. Hierbij hebben de wielen ieder hun eigen ophanging en kunnen geheel onafhankelijk van het wiel aan de andere kant in- en uit veren. Het is een duurdere constructie dan de bovenstaande maar geeft een betere wegligging en meer comfort.
Regel 60 ⟶ 70:
*[[Stabilisatorstang]]
*[[Stuurinrichting]]
*[[Stuurgeometrie]]
*[[Tandemas]]
 
{{Commonscat|Automotive suspension technologies}}