Kerkfabriek: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Een kerkfabriek organiseert bij mijn weten helemaal geen eredienst |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1:
De '''Kerkfabriek''' of '''kerkraad''' is een
De oprichting van de kerkfabrieken dateert
In België is het sinds die tijd zo dat de
De kerkfabriek heeft dus als taak de eredienst mogelijk te maken. Dit betekent dat zij instaat voor het onderhoud van het kerkgebouw, het [[orgel]], de [[liturgische kleding]] en het [[liturgisch vaatwerk]]. Ook zorgt ze voor de aankoop van [[hostie]]s, [[miswijn]], kaarsen en eventueel nieuw linnen of vaatwerk. Verder betaalt zij de [[casueel|casuelen]] van priester en [[organist]].
Regel 15:
In de hervorming wordt ook voorzien in een oprichting van een overkoepelende kerkraad per gemeente. (Uitvoeringsbesluiten nog niet verschenen op 10/05/05.) Deze wordt de gesprekspartner van het gemeentebestuur. Zij krijgen van de verschillende kerkfabrieken een meerjarenbegroting, waarin zij de prioriteiten bepalen. Zo zou moeten worden voorkomen dat hoogdringende projecten op de lange baan worden geschoven.
==Etymologie==
Het [[Latijn]]se woord ''fabrica'' (= constructie) werd in de Romeinse tijd reeds gebruikt voor een 'constructie ten behoeve van het algemeen belang'. In combinatie met het woord kerk (''fabrica ecclesiae'') wordt het al vanaf de [[6e eeuw]] gebruikt om het geheel aan te duiden van de gelden of bezittingen bestemd voor het onderhoud en de verfraaiing van het kerkgebouw en later ook voor het uitoefenen van de eredienst.
In het Nederlands heeft de hedendaagse term ingang gevonden als vertaling van het Franse fabrique de l'église.
-----
|