Jacobus Vide: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
MrBlueBot (overleg | bijdragen)
MexicanoBot (overleg | bijdragen)
k →‎Leven: spelling, replaced: gebruik maken → gebruikmaken met AWB
Regel 3:
Jacobus Vide was een [[geestelijke]] uit het [[bisdom Doornik]]. Zijn naam wordt voor het eerst opgetekend in het archief van de kathedraal van [[Notre-Dame van Parijs|Notre-Dame]] in [[Parijs]], in 1405. Daar was hij waarschijnlijk koorjongen; er bestaat echter onzekerheid over zijn naam. Op [[27 oktober]] [[1410]] wordt Vide tot [[kanunnik]] aangesteld bij de [[Sint-Donaaskerk]] in [[Brugge]], op grond van een besluit van tegenpaus [[Johannes XXIII]], die slechts door enkelen onder wie de hertog van Bourgondië werd erkend. Omstreeks diezelfde periode kan hij zanger zijn geweest aan de kapel van [[tegenpaus Johannes XXIII]]. Later werd Vide [[proost]] van de kerk van [[Nijvel]]. Zijn dienst aan het [[Hertogdom Bourgondië|Bourgondische]] hof begon ergens tussen die periode en december [[1423]], toen hij opgetekend stond als ''valet de chambre'' ([[kamerheer]]) van Filips de Goede. In [[1426]] kreeg hij de taak toebedeeld twee koorknapen te onderrichten en te verzorgen. In [[1428]] klomt hij op tot [[secretaris]] van Filips de Goede en kreeg hij een klein orgel. Ondanks zijn compositorische begaafdheid werd Vide nooit lid van de hofkapel. Over zijn bezigheden na [[1433]] staat niets vast; hij werd in dat jaar voor het laatst in de rekeningen van het hof vermeld.
 
De acht van hem overgeleverde werken zijn alle [[rondo (dicht- en muziekvorm)|rondelen]], wereldlijke Franse liederen, een geliefd genre bij de Bourgondische hertogen. De stijl van zijn [[chanson]]s (liederen) is veeleer eenvoudig. Ze zijn enigszins ongewoon in vergelijking met de overige muziek uit die tijd, in de mate waarin ze vrij gebruik makengebruikmaken van [[dissonantie (muziek)|dissonantie]]. Naast door de aanmerkelijke verscheidenheid van de [[melodie]], worden ze bovendien gekenmerkt door het veelvuldige gebruik van kruis[[ritme]]s. Korte frasen worden door overlappende cadansen met elkaar verbonden. Al de kenmerkende [[cadens|cadans]]en van die tijd — de [[Francesco Landini|Landini]][[cadens|cadans]], de Bourgondische cadans en de V-I-cadans waar de laagste stem een [[Octaaf (muziek)|octaaf]] hoger springt om parallelle [[kwint]]en te vermijden — zijn gemeengoed in Vides muziek.
 
Een van de meer enigmatische liederen is een driestemmig rondeau, "Las, j'ay perdu mon espincel", waarin de bovenste stemmen, de [[superius]] en de [[tenor (zangstem)|tenor]], volledig staan uitgeschreven, maar waar de [[contratenor]] open is gelaten. Aangezien het handschrift zorgvuldig lijkt te zijn voorbereid, is het waarschijnlijk dat de ontbrekende partij vrij mocht worden ingevuld. Het was een woordspeling op de liedtekst "j'ay perdu mon" (ik verloor mijn ...). De zanger, vertrouwd met improvisatie zowel als van het blad zingen, zou dan zelf ter plaatse het ontbrekende hebben moeten invullen