Havergal Brian: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Luckas-bot (overleg | bijdragen)
k robot Erbij: es:Havergal Brian
Rode links blauw gemaakt & tussenkopjes geplaatst
Regel 1:
{{Fotogewenst}}
'''William Havergal Brian''' ([[Dresden (Staffordshire)|Dresden]], [[Staffordshire]], 29 januari 1876 - [[Shoreham-by-Sea]], [[Sussex (Engeland)|Sussex]], 28 november 1972) was een [[Verenigd koninkrijk|Britse]] [[componist]] van [[klassieke muziek]].
 
William Brian gebruikte de voornaam '''Havergal''' pas op latere leeftijd, als eerbetoon aan een familie in [[Staffordshire]] waarvan enkele leden regionale bekendheid genoten als componisten van kerkmuziek.
== Biografie ==
William Brian, de naam 'Havergal' gebruikte hij pas op latere leeftijd, als eerbetoon aan een familie in [[Staffordshire]] waarvan enkele leden regionale bekendheid genoten als componisten van kerkmuziek, werd geboren in een arbeidersgezin. Zijn vader werkte in de aardewerkindustrie. Zijn muzikale talent bleek al op jonge leeftijd, als zanger in het plaatselijke kerkkoor. Nadat hij op twaalfjarige leeftijd de school had verlaten, speelde hij orgel in de kerk van Odd Rode, net over de grens met [[Cheshire (graafschap)|Cheshire]] en leerde hij de viool en de cello te bespelen. Met die muzikale kennis kon hij in plaatselijke orkestjes spelen en verdere praktische vaardigheden opdoen. Hoewel hij van een onderwijzer in Dresden enige lessen muziektheorie ontving, moest hij zijn compositorische talent vooral door zelfstudie ontwikkelen.
 
== Levensloop ==
Toen hij in 1895 een koorrepetitie bijwoonde van [[Edward Elgar|Elgar]]'s ''King Olaf'' en korte tijd later ook kennismaakte met het werk van [[Richard Strauss]] was hij zo onder de indruk van de nieuwe muziek van zijn dagen, dat hij besloot zelf die richting in te slaan.
===Vroege jaren===
In 1898 trouwde hij met Isabel Priestley. Het echtpaar kreeg vijf kinderen. Brian kon met zijn composities zijn gezin nauwelijks onderhouden en pas in 1907 veranderde die situatie. Zijn ''English Suite'' trok de aandacht van de dirigent [[Henry Wood (dirigent)|Henry Wood]], die het stuk op zijn repertoire zette en uitvoerde. Dat zette ook anderen, onder wie [[Edward Elgar|Elgar]] en de dirigent [[Thomas Beecham (dirigent|Thomas Beecham]] op zijn spoor, waardoor Brians naam in de Britse muziekwereld enige bekendheid kreeg. Dat bracht ook de rijke industrieel Herbert Minton Robinson ertoe de jonge componist met een jaarlijkse toelage van £ 500,-- te steunen, waardoor het gezin Brian ineens uit de financiële zorgen was.
William Brian, de naam 'Havergal' gebruikte hij pas op latere leeftijd, als eerbetoon aan een familie in [[Staffordshire]] waarvan enkele leden regionale bekendheid genoten als componisten van kerkmuziek, werd geboren in een arbeidersgezin.: Zijnzijn vader werkte in de aardewerkindustrie. Zijn muzikale talent bleek al op jonge leeftijd, als zanger in het plaatselijke kerkkoor. Nadat hij op twaalfjarige leeftijd de school had verlaten, speelde hij [[kerkorgel|orgel]] in de kerk van Odd Rode, net over de grens met [[Cheshire (graafschap)|Cheshire]] en leerde hij de viool en de cello te bespelenspelen. Met die muzikale kennis kon hij in plaatselijke orkestjes spelen en verdere praktische vaardigheden opdoen. Hoewel hij van een onderwijzer in Dresden enige lessen [[muziektheorie]] ontving, moest hij zijn compositorische talent vooral door [[autodidact|zelfstudie]] ontwikkelen.
 
Toen hij in 1895 een koorrepetitie bijwoonde van [[Edward Elgar|Elgar]]'s ''King Olaf'' en korte tijd later ook kennismaakte met het werk van [[Richard Strauss]], was hij zo onder de indruk van de nieuwe muziek van zijn dagen, dat hij besloot zelf die richting in te slaan.
Brian begon nu in alle rust en vrijheid te componeren. Hij zette een aantal grootschalige werken voor koor en orkest op, maar voltooide vrijwel niets. In plaats daarvan profiteerde hij van het jaargeld en leidde een luxe leven, reisde naar Italië en begon een verhouding met een dienstmeisje, Hilda Mary Hayward. Hoewel zijn weldoener die levenswijze sterk afkeurde, bleef hij Brian financieel steunen tot de [[Eerste Wereldoorlog]].
In 1898 trouwde hij met Isabel Priestley. Het echtpaar kreeg vijf kinderen. Brian kon met zijn composities zijn gezin nauwelijks onderhouden en pas in 1907 veranderde die situatie. Zijn ''English Suite'' trok de aandacht van de dirigent [[Henry Wood (dirigent)|Henry Wood]], die het stuk op zijn repertoire zette en uitvoerde. Dat zette ook anderen, onder wie [[Edward Elgar|Elgar]] en de dirigent [[Thomas Beecham (dirigent|Thomas Beecham]] op zijn spoor, waardoor Brians naam in de Britse muziekwereld enige bekendheid kreeg. Dat bracht ook de rijke industrieel Herbert Minton Robinson ertoe de jonge componist met een jaarlijkse toelage van £ 500,-- te steunen, waardoor het gezin Brian ineens uit de financiële zorgen was.
 
Brian begon nu in alle rust en vrijheid te componeren. Hij zette een aantal grootschalige werken voor koor en orkest op, maar voltooide vrijwel niets. In plaats daarvan profiteerde hij van het jaargeld en leidde een luxe leven,. Hij reisde naar Italië en begon een verhouding met een dienstmeisje, Hilda Mary Hayward. Hoewel zijn weldoener die levenswijze sterk afkeurde, bleef hij Brian financieel steunen tot aan de [[Eerste Wereldoorlog]], waarin hij verschillende legeronderdelen diende.
Brians huwelijk liep door zijn escapades stuk. Hij ging in [[Londen]] samenwonen met Hayward, die hem nog eens vijf kinderen schonk. Na de dood van Isabel Priestley in 1933 trouwde hij alsnog met Hayward.
Gedurende de Eerste Wereldoorlog diende Havergal Brian verschillende legeronderdelen. Later woonde hij met zijn tweede gezin in [[Birmingham (Engeland)|Birmingham]], soms in moeilijke en armoedige omstandigheden. Pas vanaf de jaren '20 ging het hem financieel beter, toen hij vast werk kreeg, onder meer als kopiïst van muziek en muziekredacteur bij een aantal kranten en tijdschriften.
===Interbellum===
Intussen was hij op grote schaal gaan componeren. Zijn werken, waaronder een bijna twee uur durende eerste symfonie ''Gothic'', die hij aan Richard Strauss opdroeg, vonden echter weinig bijval. Strauss nam zijn muziek serieus, ook zijn Britse collegacomponist [[Sir Granville Bantock]] was onder de indruk van Brians muziek, maar tot uitvoeringen kwam het nauwelijks.
Brians huwelijk liep door zijn escapades stuk. Hij ging in [[Londen]] samenwonen met Hayward, die hem nog eens vijf kinderen schonk. Na de dood van Isabel Priestley in 1933 trouwde hij alsnog met Hayward. Later woonde hij met zijn tweede gezin in [[Birmingham (Engeland)|Birmingham]], soms in moeilijke en armoedige omstandigheden. Pas vanaf de jaren '20 ging het hem financieel beter, toen hij vast werk kreeg, onder meer als kopiïst van muziek en muziekredacteur bij een aantal kranten en tijdschriften.
 
Intussen was hij op grote schaal gaan componeren. Zijn werken, waaronder een bijna twee uur durende eerste [[symfonie]] ''Gothic'', die hij aan Richard Strauss opdroeg, vonden echter weinig bijval. Strauss nam zijn muziek serieus, ookevenals zijn Britse collegacomponist [[Sir Granville Bantock]] was onder de indruk van Brians muziek, maar tot uitvoeringen kwam het nauwelijks.
 
===Ouderdom===
Pas in de jaren vijftig veranderde dit. [[Robert Simpson]], muziekproducent bij de [[British Broadcasting Corporation|BBC]] en zelf componist, werd geboeid door het oeuvre van Brian en wist een aantal van diens werken voor de radio te programmeren. Een doorbraak kwam in 1954, toen hij een uitvoering van Brians achtste symfonie organiseerde. Geleidelijk kwam er hierna meer aandacht voor Brians muziek.
 
De componist verhuisde in 1958 van Londen naar Shoreham in Sussex, waar hij tot zijn dood woonde. Hoewel intussen hoogbejaard, zoubleef hij nog tien jaar lang intensief blijven componeren. In de periode tot 1968 ontstonden onder meer twintig symfonieën. Na de voltooiing van de 32-ste symfonie in 1968 legde hij de pen neer.
 
Hij maakte in deze jaren ook een aantal concerten mee van zijn muziek,. meestalMeestal ookwas dat voor de componist de eerste gelegenheid om zijn eigen werk te horen.
 
== Muziek ==
===Eerste periode===
In de muziek van Havergal Brian zijn drie creatieve perioden te onderscheiden.
De eerste daarvan duurde tot circa 1920. Hierin ontstonden vooral korte werken, zoals de ''English Suite no. 1'', de ouverture ''Dr. Merryheart'' en de cantate ''The vision of Cleopatra.''. Muzikale invloeden zijn die van zijn tijdgenoten, vooral Elgar en Strauss.
===Tweede periode===
 
De opera ''The Tigers'' ontstond op de scheidslijn van de eerste en de tweede periode. In deze tweede periode, die tot circa 1950 duurde, schreef Brian vooral grootschalige werken, zoals zijn eerste symfonieën, maar ook het vioolconcert en het (verloren gegane) oratorium ''Prometheus Unbound'' naar [[Shelley]]. Brian was zelfs voor zijn schaarse fans in deze periode niet altijd te volgen. Zijn vierde symfonie ''Siegeslied'' behoort tot zijn minst begrijpelijke stukken. Vergelijkingen zijn wel getrokken met andere 'einzelgänger' in de muziek, als [[Rued Langgaard]] en [[Allan Pettersson]].
===Derde periode===
In zijn laatste periode lijkt Brian losgekomen te zijn van zijn voorbeelden en is zijn stijl grotendeels individueel geworden. Hij schreef in deze jaren niet alleen de genoemde twintig symfonieën, vaak één- enof tweedelige werkentweedelig, maar ook vier opera's: ''Turandot'' (1949-51), ''The Cenci'' (1951-52), ''Faust'' (1955-56) en ''Agamemnon'' (1957).
 
In zijn laatste periode lijkt Brian losgekomen te zijn van zijn voorbeelden en is zijn stijl grotendeels individueel geworden. Hij schreef in deze jaren niet alleen de genoemde twintig symfonieën, vaak één- en tweedelige werken, maar ook vier opera's: ''Turandot'' (1949-51), ''The Cenci'' (1951-52), ''Faust'' (1955-56) en ''Agamemnon'' (1957).
Veel van zijn werk is tegenwoordig op cd verschenen. Uitvoeringen, met name van de grootschalige werken, zijn nog steeds een zeldzaamheid.