Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Versie 20345766 van 91.34.178.194 (overleg) ongedaan gemaakt
Regel 5:
 
== Werking ==
De coördinatie van de GBVB is in handen van de [[Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid|Hoge Vertegenwoordiger]] voor het GBVB. Op 1 december 2009 nam [[Catherine Ashton]] deze post over van [[Javier Solana]], die sinds 1999 Hoge Vertegenwoordiger was. Het GBVB komt hoofdzakelijk tot uiting in het geven van verklaringen over bijvoorbeeld meerderheid]]mensenrechtensituaties inen deverkiezingsprocessen. RaadDe nodig.laatste Lidstatenjaren kondenkrijgt zichhet ookbeleid onthoudenten aanzien van stemmingdefensiemissies steeds meer handen ('constructieveen onthouding')voeten.
 
Het [[Verdrag van Lissabon]] heeft de functie van Hoge Commissaris voor het GBVB en de functie van [[Europese Commissie|Europees Commissaris]] voor Externe Relaties gefuseerd. De Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid is tevens vicevoorzitter van de [[Europese Commissie]] en voorzitter van de [[Raad van de Europese Unie|Raad van Ministers]] van Buitenlandse Zaken.
 
In de tweede pijler hadden de [[Europese Commissie]] en de EU-lidstaten beide het recht van initiatief. Voor besluiten over gemeenschappelijke strategieën is unanimiteit in de [[Raad van de Europese Unie|Raad van ministers]] vereist. Bij meer uitvoeringsgeoriënteerde besluiten was een [[gekwalificeerde meerderheid]] in de Raad nodig. Lidstaten konden zich ook onthouden van stemming ('constructieve onthouding').
 
Als een belangrijk nationaal belang in het geding was konden lidstaten verhinderen dat tot besluitvorming met een gekwalificeerde meerderheid werd overgegaan. Met gekwalificeerde meerderheid kon dan besloten worden de zaak aan de [[Europese Raad]] voor te leggen. In de Europese Raad was vervolgens unanimiteit nodig.