Yves Congar: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Robbot (overleg | bijdragen)
k Botgeholpen doorverwijzing: Dagboek - Verwijzing(en) gewijzigd naar dagboek (persoonlijk)
Luminarius (overleg | bijdragen)
literatur aangevuld; correctie oprichters Concilium
Regel 1:
'''Yves Congar''' ([[Sedan]], [[8 april]] [[1904]] - [[Parijs]], [[22 juni]] [[1995]]) behoort tot de bekendste en invloedrijkste [[katholicisme|katholieke]] [[theoloog|theologen]] van de 20e eeuw. Vooral op het [[Tweede Vaticaans Concilie]] ([[1962]]-[[1965]]) speelde hij een belangrijke rol. Hij behoorde tot de stroming van de progressieve [[Nouvelle Théologie]].
 
Yves-Marie-Joseph Congar zag in 1904 het levenslicht in het Franse [[Sedan (stad)|Sedan]]. Heel bewust maakt hij de [[Eerste Wereldoorlog]] mee. Uit deze periode is zijn eigenhandig geïllustreerd [[dagboek (persoonlijk)|dagboek]] bewaard gebleven. Hij trad in bij de [[Dominicanen]] en ging [[theologie]] studeren. In 1930 ontving hij de priesterwijding. Vanaf 1932 was hij verbonden aan de dominicaanse opleiding van Le Saulchoir, opgericht door [[Ambroise Gardeil]], waar ook [[Marie-Dominique Chenu]] (1895-1990) doceerde. Hij gaf er college over oosterse theologie en historische [[dogmatiek]]. Tevens startte hij in die jaren een uitgavereeks op het gebied van de [[ecclesiologie]], de leer van de ontwikkeling van de visie op de kerk. Het grootste deel van de Tweede Wereldoorlog bracht hij in krijgsgevangenschap door; hij had aan de oorlog deelgenomen als hospitaalsoldaat.
 
In 1945 werd hij professor in Parijs, maar al na enkele jaren leidden kerkelijke bezwaren en aanklachten over [[modernisme|neo-modernisme]] tot een lange periode waarin hij praktisch als balling leefde. Hij zette zich vòòr en na de oorlog sterk in voor de vereniging van de christelijke kerken. Zo was hij een actief deelnemer aan de ''semaines oecuméniques'' van het [[Klooster van Chevetogne|benedictijnerklooster te Chevetogne]], en stond hij in nauw contact met [[Christophe-Jean Dumont]], zijn medebroeder en oprichter van het oecumenisch centrum ''Istina'' te Parijs. Al vroeg onderhield hij namelijk persoonlijke [[oecumene|oecumenische]] contacten, onder andere met de latere Anglicaanse aartsbisschop van Canterbury [[Michael Ramsey]]. In zijn wetenschappelijk werk hield Congar zich zowel met de kerk in het heden als in het verleden bezig. Zo droeg hij met zijn ''Jalons pour une théologie du laïcat'' (1953) bouwstenen aan voor een nieuwe visie op de rol van [[leek (christendom)|leken]] in de katholieke kerk, maar ''L'ecclésiologie du haut Moyen-Age'' (1968) betreft het kerkbeeld in de Rooms-Katholieke Kerk tot de elfde eeuw.
 
Eind jaren vijftig vond Congar weer genade in kerkelijke ogen. In 1960 werd hij benoemd tot consultor voor de voorbereidende Theologische Commissie voor Vaticanum II, en gedurende het Concilie (1962-1965) speelde hij een invloedrijke rol als [[peritus]] (officieel adviseur). Op verschillende conciliedocumenten heeft hij duidelijk herkenbare invloed uitgeoefend, met name op de ecclesiologische constitutie ''[[Lumen Gentium]]'', op de openbaringsconstitutie ''[[Dei Verbum]]'' en op het decreet over de katholieke oecumene ''[[Unitatis Redintegratio]]''. In het postuum uitgegeven dagboek ''Mon Journal du Concile'' doet Congar verslag van zijn deelname aan het [[Tweede Vaticaans Concilie]], gedurende hetwelke hij nauw samenwerkte met de belgischeBelgische theologen, die hem huisvesting boden in het [[Belgisch College te Rome]]. In 1965 richtte hij met andere theologen als Chenu, [[Edward Schillebeeckx]], [[Karl Rahner]], [[JosephHans RatzingerKüng]] en [[Hans Urs von Balthasar]] het internationale progressieve theologische tijdschrift ''[[Concilium (tijdschrift)|Concilium]]'' op.
 
Voor Congar is theologie wezenlijk verbonden met [[geschiedenis]], zoals ook zijn eigen leven niet los te denken valt van de historische ontwikkelingen in de twintigste eeuw. In 1994, een half jaar voor zijn overlijden op 22 juni 1995, op een moment dat Congar reeds ernstig ziek was, werd hij nog tot [[kardinaal (geestelijke)|kardinaal]] gecreëerd.
Regel 34:
*''Le Service théologique dans l'Église. Mélanges offerts au Père Yves Congar pour ses soixante-dix ans'' (Parijs 1974)
*André Vauchez (ed.), ''Cardinal Yves Congar 1904-1995'' (Parijs 1999)
*GabrielElizabeth FlynnTeresa (ed.)Groppe, ''Yves Congar,'s théologientheology deof l'Églisethe Holy Spirit'' (ParijsOxford, etc., 20072004)
*Gabriel Flynn (ed.), ''Yves Congar: Theologian of the Church'' (Leuven 2005)
*Joseph Fumerée en Gilles Routhier, ''Yves Congar'' (Parijs 2008)
 
== Externe link ==