Schiedammer parkmoord: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→Eerste aanhouding en vervolging: Dit hoeft niet cursief |
Verwijder meer zinloos cursief |
||
Regel 16:
De advocaten van Cees B. trachtten in 2006 te bewerkstelligen dat zijn strafzaak opnieuw zou worden behandeld: de ten onrechte veroordeelde B. wilde zo in een nieuw proces aantonen dat justitie al veel eerder wist dat hij niet de dader van de moord op de Nienke kon zijn.
Het gerechtshof in Amsterdam bepaalde begin mei 2006 dat het openbaar ministerie geen recht meer had om B. te vervolgen, omdat inmiddels iemand anders (Wik H.) definitief was veroordeeld voor de moord. Waarheidsvinding tijdens een strafproces was, zo oordeelde het hof, om die reden
De advocaten stelden beroep in cassatie bij de Hoge Raad in tegen deze uitspraak. Volgens hen was een belangrijke rechtsvraag aan de orde: het hof had het begrip waarheidsvinding
In de uitspraak wees het hof erop dat voor B.
Justitie in Utrecht moest beslissen of de twee aanklagers hiervoor vervolgd zouden worden. Voor Taekema en Spong kon een eventuele strafvervolging van de beide aanklagers echter niet als vervanging dienen voor een volledig herzieningsproces.
In oktober 2007 leek echter door Hoge Raad definitief een punt te zijn gezet achter de Schiedammer parkmoord. Omdat zijn veroordeling (18 jaar cel plus tbs) ongedaan was gemaakt, zou B. echter geen strafrechtelijk belang meer hebben bij een nieuw proces, oordeelde de Hoge Raad.
Regel 32:
Het tweetal wilde 36 getuigen horen, onder wie de officier van justitie en advocaat-generaal en deskundigen van het [[Nederlands Forensisch Instituut]] (NFI).
Na de beslissing van de Hoge Raad resteerde een eventuele gang naar het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. B. was nooit officieel vrijgesproken en is volgens Taekema elders in Nederland
==De feiten op donderdag 22 juni 2000 en daarna==
Op 23 juni 2000 meldde de politie dat een tienjarig meisje door een misdrijf om het leven was gebracht in het Prinses Beatrixpark in Schiedam en dat een elfjarig jongetje gewond was geraakt. Daaraan werd toegevoegd dat men
De volgende dag werd bekendgemaakt dat er 25 rechercheurs op de zaak waren gezet. De zwaar mishandelde jongen had in de ambulance op weg naar het Rotterdamse Dijkzigtziekenhuis een beschrijving kunnen geven van hun aanvaller. De jongen verkeerde niet in levensgevaar, maar was volgens een woordvoerder van de politie
Over de dader wilde de politie slechts beperkte informatie geven, om eventuele getuigen niet te beïnvloeden. De politie was de dagen na het misdrijf nog naarstig op zoek naar meer getuigen die op de bewuste dag in het park waren geweest aan het eind van de middag. Nog slechts weinig mensen zouden zich hebben gemeld, hoewel op het tijdstip waarop het misdrijf was begaan veel mensen in het park moesten zijn geweest en de bosjes waarheen de dader de kinderen had meegenomen waren niet erg dicht.
Volgens de politie-woordvoerder stond het park niet bekend als gevaarlijk.
Uit de eerste berichten in de media die berustten op mededelingen van de politie Rotterdam-Rijnmond bleek dat een nog voortvluchtige en nog onbekende zogeheten
Uit de latere strafzaken tegen de verdachten Kees B. en Wik H. zou blijken dat de dader de beide kinderen had gedwongen zich te ontkleden en seksuele handelingen met elkaar te plegen, voordat hij zelf aan zijn gerief probeerde te komen. Ook had hij geprobeerd Maikel met een schoenveter te wurgen, hetgeen mislukte. Maikel hield zich eerst dood en slaagde er vervolgens in te ontsnappen en voorbijgangers te alarmeren.
De verspreiding op 26 juni 2000 van het signalement van de mogelijke moordenaar had de volgende ochtend al ruim over de honderd tips opgeleverd. Na de eerste berichten meldden zich velen bij de politie met allerlei tips (enkele dagen erna een aantal van 250) en ook meende men zowel in Delft als in Den Haag iemand te herkennen die zou voldoen aan het verspreid signalement van de voortvluchtige dader, over wiens persoon driftig werd gespeculeerd. Volgens de Leidse [[rechtspsychologie|rechtspsycholoog]] [[Peter van Koppen]], gespecialiseerd in het samenstellen van [[profiling|daderprofielen]], zou de dader tijdens het gruwelijke misdrijf ofwel
De speculaties werden in de dagen daarna steeds wilder. Op 30 juni 2000 kwam De Telegraaf met het bericht dat de Schiedamse recherche onderzocht of de moordenaar wellicht een zogeheten ''[[copycat]]'' was, die het delict had afgekeken van een televisieserie. Gedacht werd aan een aflevering uit de Zweedse krimireeks ''[[Martin Beck]]'' die op de avond voor de moord was uitgezonden op Nederland 1. De gebeurtenissen in deze aflevering zouden veel overeenkomsten vertonen met de moord. Een woordvoerster van de betreffende omroep bevestigde dat het onderzoeksteam van de politie enkele dagen na de moord een kopie van de band had opgevraagd.
Er zouden inderdaad gelijkenissen zijn tussen de Schiedamse kindermoord en de aflevering
Begin juli 2000 vond een moord plaats te Kampen, op het vijftienjarige meisje Maartje Pieck waarvan het stoffelijk overschot in een bos werd gevonden, terwijl er inmiddels in de zaak van de Schiedammer parkmoord alsmaar nog geen verdachte was aangehouden. Dit voedde de publieke verontrusting en ook de roep om een kordater optreden van de politie bij dergelijke misdrijven.
Regel 62:
Op 5 september 2000 werd de Vlaardingse magazijnbediende Kees B. als verdachte aangehouden <ref>[http://archief.nrc.nl/index.php/2000/September/11/Binnenland/7/Verdachte+van+moord+meisje+aangehouden Verdachte van moord meisje aangehouden], in NRC Handelsblad 11 september 2000, pag.7 </ref>. Na een maand zou de Schiedamse politie "een tip" hebben gekregen dat hij de dader weleens zou kunnen zijn. Een politieman had ontdekt dat een man die zijn zoontje op straat had lastig gevallen, dezelfde persoon was die tijdens de moord en mishandeling in het park was en via zijn mobieltje de politie had gewaarschuwd. Dit bleek Kees B. Op 9 september 2000 had hij tegenover de recherche bekend, maar hij trok zijn verklaring een dag later weer in. Daarna bleef hij hardnekkig ontkennen dat hij de dader was.
Op die zitting ontkende hij echter dat hij Nienke had verkracht en met een schoenveter had gewurgd. Dat hij rond het tijdstip van de moord in het park aanwezig was, stond buiten kijf. Hij was daar namelijk de eerste geweest die de politie had gewaarschuwd. Volgens hem haalde de politie sindsdien alles uit de kast om hem voor de moord
Op 15 mei eiste de Officier van Justitie voor de rechtbank 18 jaar celstraf plus [[Terbeschikkingstelling (strafrecht)|tbs]] met [[dwangverpleging]] wegens het seksueel misbruik van en [[doodslag]] op Nienke. Ook de [[poging]] tot doodslag op het vriendje van Nienke was volgens het OM aan B. toe te schrijven, ook al hield B. vol onschuldig te zijn <ref>[http://archief.nrc.nl/index.php/2001/Mei/16/Binnenland/3/OM+eist+18+jaar+in+Nienke-zaak OM eist 18 jaar in Nienke-zaak], in NRC Handelsblad, 16 mei 2001, pag.3 </ref>.
Op 29 mei 2001 werd Kees B. door de rechtbank Rotterdam conform de eis van het OM veroordeeld tot een celstraf van 18 jaar en tbs met dwangverpleging. Hij kreeg deze straf ook wegens andere feiten die aan hem ten laste waren gelegd, namelijk een eerdere ontucht met een minderjarige jongen en een poging een kind tegen betaling seksuele handelingen bij hem te laten verrichten. De rechtbank betitelde het delict waarvan
Nienke Kleiss was door medewerkers van het Nederlands Forensisch Instituut op de plaats van het delict urenlang onderzocht op DNA-sporen van een dader, maar dit zou niets hebben opgeleverd. De rechtbank vond dit begrijpelijk, gezien
Psychiaters van het Pieter Baan Centrum in Utrecht hadden vastgesteld dat B. als gevolg van verwaarlozing en repressie in de kindertehuizen waar hij was opgegroeid een
De ouders van Nienke Kleiss, die met instemming op het vonnis reageerden, zouden de omstandigheden van de verdachte al eerder hebben onderkend: kort na het misdrijf gaven zij aan niet te voelen voor een stille tocht, zoals destijds vaker voorkwam uit protest tegen ''[[zinloos geweld]]'', omdat hun dochter volgens hen
== Twijfels ==
Op 13 februari 2002 verzocht advocaat Mr.J.Taekema het gerechtshof in Den Haag tevergeefs een extra getuige te horen tijdens het hoger beroep.
De verklaring van deze nieuwe getuige zou volgens de raadsman
Het hof hoorde al drie mensen, twee voormalige collega's van Kees B. en een vrouw die de verdachte bij de plaats van het delict meent te hebben gezien, een dag na de moord.
Volgens Taekema had de getuige die hij wilde horen zich bij hem gemeld nadat B. was veroordeeld door de rechtbank in Rotterdam. De vrouw zou zich ook anoniem hebben gemeld bij de politie. Ze zou haar telefoonnummer hebben achtergelaten, maar nooit zijn teruggebeld. Advocaat-generaal Renckens weersprak de lezing van Taekema. Die zou volgens haar slechts
Op 8 maart 2002 werd B. door het gerechtshof te Den Haag in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien jaar en tbs. Het hof legde daarmee een jaar cel meer op dan in dit hoger beroep door het OM was geëist. In het [[arrest]] sprak het hof van
De ouders van Nienke betoonden zich opgelucht door de uitspraak van het hof.
Op 1 mei 2003 besteedde misdaadjournalist [[Peter R. de Vries]] in een extra lange aflevering van zijn tv-programma "[[Peter R. de Vries, misdaadverslaggever]]" aandacht aan de geruchtmakende zaak, aan de hand van een tot dusver nog geheim rapport, Daarin werd door rechtspsycholoog Van Koppen
De [[Hoge Raad der Nederlanden|Hoge Raad]] wees op 7 september 2004 het verzoek tot [[revisie (rechtspraak)|herziening]] van de strafzaak af. Kees B.'s advocaat [[Gerard Spong|mr. G.Spong]] had hierom gevraagd op grond van het rapport van Van Koppen, volgens welk B.'s bekentenissen en de verklaringen van Nienkes destijds elfjarige klasgenootje Maikel geen betrouwbaar bewijs hadden kunnen opleveren. B. behield zijn straf van achttien jaar cel en terbeschikkingstelling met gedwongen verpleging <ref> {{aut|Fred Soeteman}} ''Hoge Raad weigert herziening moord- en verkrachtingszaak'', in dagblad De Telegraaf, 8 september 2004, pag.7 </ref>.
== Tweede aanhouding en vervolging ==
Op 17 september 2004 kwam het bericht dat de moord hoogstwaarschijnlijk niet was gepleegd door Kees B., maar door een man die het misdrijf volkomen onverwachts aan de recherche
Meteen werd gedacht aan het afgewezen verzoek tot heropening van de zaak tegen B. De advocaat van B. had daarom verzocht nadat Van Koppen na onderzoek van de zaak beweerde dat B. niet de dader van de moord en de mishandeling ''kòn'' zijn. Van Koppen kwam in zijn rapport bij een àndere dader uit. Volgens de Hoge Raad droeg hij echter formeel gezien geen wettelijk vereist
Ook misdaadverslaggever Peter R. de Vries had van het begin af aan vraagtekens gezet bij de betrokkenheid van B. Deze was weliswaar een pedofiel en op het moment van delict in het park aanwezig. Via zijn mobieltje had hij zelf de politie gealarmeerd.
Meteen werd duidelijk dat indien B. daadwerkelijk onschuldig mocht blijken, dit bijzonder pijnlijk zou blijken voor politie, openbaar ministerie (OM) en rechterlijke macht. Dit omdat, zo wist men zich toen in 2004 ineens te herinneren, tijdens de rechtszaken
Op 2 oktober 2004 werd gesteld dat deze verdachte, een man uit Hoek van Holland genaamd Wik H. (Haalmeijer) de werkelijke dader zou zijn. Het nieuwe onderzoeksteam van de politie was er inmiddels stellig van overtuigd dat hij de moord moest hebben gepleegd. Hij zou beschikken over [[daderkennis]]. Opmerkelijk werd ook genoemd dat hij in tegenstelling tot Kees B. voldeed aan het signalement van de dader dat onmiddellijk na de kindermoord in juni 2000 was verspreid en getypeerd werd door
In juli 2004 zou hij weer zijn aangehouden, omdat hij in Vlaardingen op straat een vrouw had aangevallen en tevens in Hoek van Holland had geprobeerd een meisje te verkrachten. Hij had haar nabij de spoorrails tegen de grond gewerkt. Toen zij zich verweerde, had hij zijn poging gestaakt. Omdat hij dit slachtoffer bleef [[stalking|stalken]], schakelde zij alsnog de politie in en werd hij aangehouden. Geheel onverwachts bekende hij na deze aanhouding de moord op Nienke, om die bekentenis de volgende dag alweer in te trekken. In zijn woonplaats zou H. bekend staan als een man die voortdurend vrouwen
Vervolgens werd wederom gewezen op de
Daar waar het politieteam in
Opgemerkt werd dat donderdag 22 juni ook de dag was waarop Nienke Kleiss werd vermoord <ref> ''Nienke slachtoffer 'copycat'? Gruwelijke overeenkomsten moord Schiedams meisje met Zweedse misdaadroman'', in dagblad De Telegraaf, 8 oktober 2004, pag.5 </ref>.
Op 29 oktober 2004 werd bericht dat uit een [[DNA-onderzoek]] zou blijken dat Kees B. niet de dader kon zijn.
Bovendien zou het OM vrezen dat er
De veter als wurgmiddel zou voor Wik H. niet onbekend zijn: hij was ook gedagvaard op de beschuldiging dat hij in juni in Maassluis een jonge vrouw een veter om de hals had gedraaid. Bovendien zou hij in september 2002 in Den Haag in een videotheek een vrouw onder dreiging met een mes hebben beroofd, vastgebonden, getapet, verkracht en een mes in haar buik hebben gestoken <ref> {{aut|Fred Soeteman}} ''Dna Nienke-zaak beperkt bruikbaar; Proces tegen nieuwe verdachte begonnen'', in dagblad De Telegraaf, 4 november 2004 </ref>.
Regel 118:
== Vrijlating B. ==
Op 10 december 2004 werd B. vrijgelaten uit de penitentiaire inrichting in Scheveningen. Het ging om een
Rechtspsycholoog Peter van Koppen, hoogleraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en aan de Universiteit van Maastricht, verklaarde ronduit dat justitie had geblunderd in
Van Koppen maakte samen met een groep studenten een
Van Koppen verklaarde over de toedracht van de gemaakte fouten:
Tweede-Kamerleden van CDA en D66 meldden in een eerste reactie op de vrijlating van B. dat de gang van zaken met de eerdere, vermoedelijk onterechte veroordeling waarschijnlijk
Op 5 januari 2005 werd bekendgemaakt dat het college van procureurs-generaal de gang van zaken rondom de veroordeling van B. onderzoeken. Hiertoe werd de [[Commissie Posthumus]] in het leven geroepen. B.'s advocaten zouden die dag aangifte doen tegen de twee agenten die hem hadden verhoord <ref>[http://archief.nrc.nl/index.php/2005/Januari/5/Binnenland/3/Onderzoek+onterechte+veroordeling Onderzoek onterechte veroordeling ; Zaak parkmoord Schiedam], in NRC Handelsblad, 5 januari 2005, pag.3</ref>.
Regel 135:
NRC Handelsblad interviewde de deskundigen Crombag en Van Koppen. Laatstgenoemde had inmiddels een boek geschreven over de zaak. Een van de verhoortechnieken van de politie die volgens hem bij B. zou zijn gebruikt, was het imaginatieverhoor. Gevraagd werd niet: wat deed u in het park? Maar: hoe denkt u dat de dader het heeft gedaan?
B. was eerder veroordeeld voor kindermisbruik en elke namiddag, na zijn werk, liep hij in het Beatrixpark op zoek naar kinderen die hij met wat geld trachtte te verleiden hem seksuele diensten te verlenen. Dat hij pedoseksueel zou zijn, wilde nog niet zeggen dat hij dan ook de moord moest hebben gepleegd. De politie was er evenwel meteen vanuit gegaan dat hij de dader was: er was een
B. had uiteindelijk tegen de politie gezegd het te hebben gedaan, maar zijn verhaal week op belangrijke punten af van de verklaring van Maikel, het vriendje van Nienke.
== Veroordeling H. ==
Op 13 april 2005 begon de strafzaak tegen Wik H. Ter zitting verklaarde hij blij te zijn met de uitslag van het DNA-onderzoek dat hem als dader aanwees.
In de periode waarin hij na de gebeurtenissen in het Beatrixpark nog vrij rondliep had hij tweemaal opnieuw een gewelddadig zedendelict gepleegd: een aanranding van een studente in Maassluis (2004) en de beroving, verkrachting en poging tot doodslag van een videotheekmedewerkster in Den Haag (2002). Op de vraag waarom hij zich niet eerder meldde, antwoordde hij dat hij niet kon geloven dat hij het gedaan had, en dat hij er niet over kon praten.
Hij bekende alle aan hem ten laste gelegde feiten en verklaarde zich voor zijn daden te schamen.
Het OM betoogde [[levenslang]] een te zware straf te vinden: deze straf is gereserveerd voor de meest ernstige delicten, waarbij er bijvoorbeeld meerdere dodelijke slachtoffers te betreuren zijn. Gezien de leeftijd, H. was destijds 21, en het feit dat hij niet volledig toerekeningsvatbaar werd geacht, had het OM gekozen voor de langst mogelijke 'tijdelijke' straf, namelijk 20 jaar. Een langere straf was wettelijk nog niet mogelijk.
Regel 150:
Uit een [[forensische psychiatrie|forensisch-psychiatrisch]] onderzoek van het [[Pieter Baan Centrum]] (PBC) bleek dat H. een persoonlijkheidsstoornis had. Hevige pesterijen vanaf de lagere school en seksueel misbruik door een oom 18 jaar geleden, zouden daartoe hebben geleid. Ook vond het PBC dat H. niet reëel kon nadenken. Het centrum stelde verminderde toerekeningsvatbaarheid vast en adviseerde tbs.
De ouders van Nienke maakten op de zitting gebruik van het spreekrecht voor nabestaanden. De vader noemde de heropende zaak
De rechtbank veroordeelde op 27 april de inmiddels 26-jarige Wik H. tot een celstraf van 20 jaar en tbs met dwangverpleging, conform de eis van het OM. Omdat de kans op herhaling groot werd geacht moest H. eerst ''twee derde'' van zijn straf uitzitten voordat de tbs-behandeling van start zou gaan; het is gebruikelijk om na ''een derde'' van de straf de verpleging te beginnen. Volgens de rechtbank had hij de nabestaanden
H.'s advocaat Mr.R.Baumgardt kondigde aan in hoger beroep te gaan. De straf was volgens hem te hoog, omdat de rechtbank rekening hield met minder ernstige feiten dan het OM. Ook het feit dat H. berouw toonde, had zijns inziens moeten leiden tot matiging van de straf <ref> ''Twintig jaar voor moord op Nienke'', in NRC Handelsblad, 27 april 2005, pag.1</ref> <ref>[http://archief.nrc.nl/index.php/2005/April/28/Binnenland/2/Rechter+verwijt+verdachte+te+hebben+gezwegen Rechter verwijt verdachte te hebben gezwegen], in NRC Handelsblad, 28 april 2005, pag.2</ref>.
Regel 159:
== Rehabilitatie B. ==
Na de veroordeling van Wik H., op 6 september 2005, meldde het televisieprogramma [[Netwerk (televisie)|Netwerk]] op basis van eigen onderzoek dat het OM en het Nederlands Forensisch Instituut laakbaar zouden hebben gehandeld. Medewerkers van het OM zouden
Het OM zou deze belangrijke informatie echter hebben weggelaten uit het eindrapport dat in de strafzaak werd gepresenteerd. De advocaat van B. en de rechters kregen deze stukken daardoor nooit te zien.
Minister Donner (Justitie, CDA) moest op 6 september 2005 n.a.v. de beschuldigingen van Netwerk in de Tweede Kamer opheldering verschaffen over de zaak. De Kamer wilde dat Donner in detail zou uitleggen wat er fout was gegaan bij de veroordeling van B.
Het college van procureurs-generaal had inmiddels reeds een onderzoek gelast naar de wijze van opsporing en vervolging in de zaak Kees B. De Rotterdamse rechtbank, die Kees B. veroordeelde, zou een eigen
Op 29 november 2005 werd bericht dat aan B. een schadevergoeding werd toegekend van ruim
In totaal kreeg B. een bedrag van € 600.835,-. Vijf ton was voor de immateriële schade die hij had geleden, € 100.000,- voor de materiële. De resterende € 835,- was een vergoeding voor de reiskosten van zijn ouders. In de media werd opgemerkt dat de [[Twee van Putten]], die zeven jaar onterecht hadden vastgezeten voor de moord op [[Christel Ambrosius]], als schadeloosstelling een bedrag van € 1,8 miljoen van de staat hadden ontvangen <ref> ''Schadevergoeding Kees B. zes ton'', in dagblad De Telegraaf, 29 november 2005, pag.3 </ref>.
Regel 174:
== Het onderzoek ==
Het televisieprogramma [[Zembla]] gaf op 28 november 2005 een reconstructie van de gang van het onderzoek. Reeds kort na het delict wezen verschillende verklaringen de later veroordeelde H. aan als vermoedelijke dader. Eén van de tipgevers was een toenmalige agente van het betreffende regiokorps Rotterdam-Rijnmond. Met deze aanwijzingen werd niets gedaan. In juli 2000 werd Maikel, hoewel zelf slachtoffer en toen 11 jaar, als
De benadering van Maikel als verdachte leidde tot niets. Het rechercheteam richtte zich vervolgens op de ''getuige'' B., die zich kort na het misdrijf bij de plaats van het delict bevond en degene was geweest die de politie gebeld had. Onder langdurige en zware druk van de ondervragende rechercheurs
Frappant was dat B. in het geheel niet leek op het signalement dat Maikel had gegeven. Maikel had kort na het misdrijf zijn hulp ingeroepen. B. belde toen het alarmnummer. Hij was vanuit zijn werk door het Beatrixpark komen fietsen. De
Beide betrokken rechterlijke instellingen, zowel de rechtbank te Rotterdam als het gerechtshof te Den Haag besloten tot een zogeheten zelfreflectie. Naar eigen zeggen zou dit een
*rechters moeten zelfstandig onderzoek gelasten, indien ze van mening zijn dat gepresenteerd bewijsmateriaal niet volledig overtuigend is;
*aan een bekentenis van een verdachte moeten ze niet te veel bewijskracht ontlenen.
In het vakblad Trema schreef de Rotterdamse rechtbankpresident F. van den Emster:
Deze aanbeveling behoedzaam om te gaan met bekentenissen stond haaks op een wijziging, begin 2005, in het [[Wetboek van Strafvordering (Nederland)|Wetboek van Strafvordering]]. Nu geldt dat wanneer een verdachte ''bekènt'', rechters de bewijsmiddelen dan ''niét'' verder hoeven uit te werken en in hun vonnis konden volstáán met slechts een opgave van de tot schuldigverklaring strekkende bewijsmiddelen. Dit nieuwe voorschrift had betrekking op de tekst van het te wijzen vonnis, maar het werd nu niet uitgesloten geacht dat rechters bij een bekennende verdachte dan ook op de zitting zelf ''mìnder'' aandacht zouden hebben voor ''òverig'' bewijsmateriaal.
De tweede les was volgens Van den Emster, dat de rechter bestand zou moeten zijn tegen de druk die openbaar ministerie, verdachte of advocaat soms uitoefenen om een bepaalde aanpak te bewerkstelligen. Van den Emster vond dat de rechter zich niet moest laten verleiden
== Rapport ==
{{hoofdartikel|Commissie Posthumus}}
Uit het in september 2005 gepresenteerde onderzoeksrapport van de Commissie Posthumus naar de rol van het openbaar ministerie bleek dat bij de opsporing al vanaf de eerste dag ernstige fouten waren gemaakt. Het rapport werd door advocaat-generaal F. Posthumus aangeboden aan Harm Brouwer, hoogste baas van het College van procureurs-generaal. Deze erkende dat het OM
Het politieonderzoek was volgens Posthumus
== Onthulling achteraf ==
Op 5 september 2005 maakte het televisieprogramma [[Netwerk (televisie)|Netwerk]] bekend dat het [[Nederlands Forensisch Instituut]] tijdens het onderzoek bewijsmateriaal had aangetroffen dat de voor het misdrijf veroordeelde man vrijpleitte. Het programma Netwerk suggereerde dat het [[Openbaar Ministerie in Nederland|Openbaar Ministerie]] opzettelijk had nagelaten ontlastend bewijsmateriaal aan het gerechtshof voor te leggen. Minister van Justitie [[Piet Hein Donner|Donner]] kwam hierdoor in politieke moeilijkheden. Donners eerste reactie was om de media de schuld te geven, door te zeggen dat het OM door de negatieve berichtgeving onder druk kwam te staan. Dit maakte veel reacties los in de trant van dat niet de boodschapper, maar de boodschap Donners probleem was. Ook het OM was op de hoogte van het ontlastende bewijsmateriaal, zowel tijdens de eerste zitting als bij het [[hoger beroep]], waarin de veroordeling werd bevestigd. Het ging om [[DNA|DNA-materiaal]] dat op het lichaam van Nienke en het moordwapen was aangetroffen. Dit profiel wees op een onbekende man en was zeker niet van Cees Borsboom. Het NFI heeft tussen 2000 en 2005 lezingen gegeven aan meer dan honderd medewerkers van het [[Ministerie van Justitie (Nederland)|Ministerie van Justitie]], waarbij werd verteld dat de als dader aangemerkte man ten onrechte vastzat. Hierop werd geen actie ondernomen.
Niet alleen werd het toentertijd elfjarige jongetje Maikel op harde wijze door de politie verhoord, waarbij interne richtlijnen van de politie werden overschreden, ook had de begeleider van Maikel,
Volgens actualiteitenprogramma Netwerk (aflevering van 31 oktober [[2005]]) probeerde officier van justitie mevrouw Stuyt de gedetailleerde bekentenis van H. in de doofpot te houden door bij advocaat Jongsma van H. erop aan te dringen om zijn bekentenis niet naar buiten te brengen. H. had verklaard dat hij in het Beatrixpark een meisje had gewurgd en dat deze hem in zijn hand had gekrabd. Het DNA onder de vingernagel van het slachtoffer kwam overeen met het profiel van H.. Het spoor onder de vingernagel was al onderzocht, maar terzijde gelegd omdat het niet overeen kwam met verdachte Cees Borsboom. Pas nadat ruim een maand later [[de Telegraaf]] met dit nieuws kwam, onderzocht het OM de verklaring van H.. Het hoofd van [[Openbaar Ministerie in Nederland|Openbaar Ministerie]], [[Harm Brouwer|H. Brouwer]], erkende daarna dat er door het OM fouten zijn gemaakt, maar bleef ontkennen dat er in de rechtszaak tegen de verdachte en in hoger beroep cruciaal bewijsmateriaal is achtergehouden.
|