Domus (woning): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Linkfix
Het voorste deel van een domus
Regel 1:
Een '''Domus''' ([[Latijn]]: ''huis'') was een [[Romeinse stad|stadswoning]] voor de rijkere klasse in de [[oude Rome|Romeinse oudheid]]. De minder bedeelde klassen woonden in appartementencomplexen, de zgn. [[insulae]].
 
De deuren van het huis bestaan uit twee groten houten vleugels. Er zit een zwaar en ingewikkeld slot op, dat alleen open is te krijgen met een zware, grote sleutel. Als de deuren opengaan, ligt er een grote waakhond op de loer. Bij nader inzien is hij minder gevaarlijk, want hij blijkt niet echt te zijn. Hij is gemaakt van kleurige Mozaïek stukjes. 'Cave canem', staat erbij: pas op voor de hond!
 
De domus heeft een heel eigen karakter. Wellicht het meest kenmerkende is het naar binnen gekeerde afwateringssysteem. Aanvankelijk, in de vroegste tijd, toen men nog los staande hutten bewoonde, werd het regenwater langs het tentvormige rieten dak afgevoerd en verdween vervolgens in de grond. Toen men wegens ruimtegebrek de woningen aan elkaar begon te bouwen, bracht dat een algehele verandering met zich mee in het karakter van het huis. Het regenwater werd nu langs naar binnen hellende dakdelen door een opening in het dak (''[[compluvium]]'', zie afbeelding) het huis in gebracht, en werd opgevangen in een bassin (het ''[[impluvium]]''). Verder werd de domus gekenmerkt door een grote centrale ruimte, waar de andere vertrekken omheen lagen, het [[atrium (bouwkunde)|atrium]]. Hier speelde het gezinsleven zich af. Rijk gemeubileerd lijkt het atrium overigens niet te zijn geweest. Het ''[[lararium]]'' (kapelletje voor de huisgoden, zie afb.) was ook in het atrium gevestigd.