Pierre Lescot: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Linkfix ivm sjabloonnaamgeving + standaardopmaak met AWB
Cicero~nlwiki (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
[[Bestand:Hotel de ville paris045.jpg|right|thumb|Standbeeld Pierre Lescot]]
'''Pierre Lescot''' de Lissy, (seigneur du fief de La Grange du Martroy en seigneur van Clagny), was een Frans renaissance -[[architect]] en -[[kunstschilder|schilder]], geboren te [[Parijs]] in [[1510]] en gestorven [[10 september]] [[1578]] op 68-jarige leeftijd. Hij was de zoon van de procureur des Konings en werkte als architect onder François I, Henri II, François II, Charles IX en Henri III. Gedurende 32 jaar was hij de architect van het [[Louvre]].
 
== Achtergrond ==
Lescot had een andere achtergrond dan de middeleeuwse meester-metselaars, maar ook dan architecten als [[Gilles le Breton]] <ref>“Gilles le Breton was meester-metselaar en architect in dienst van François I, bij zijn werken in Fontainebleau. Zijn relatief strak renaissance -classicisme werd beïnvloed door Serlio en was op een zekere manier een voorloper van Lescots werk.” uit WATKIN D., De westerse architectuur. Een geschiedenis, Roeselare: Roularta Books, 2001,p. 254</ref> . Hij stamde uit een voorname en welgestelde juristenfamilie en genoot een grondige en veelzijdige opleiding die naast architectuur wiskunde, geometrie en schilderkunst omvatte. Door deze veelzijdigheid ontwikkelde hij een kundigheid zoals beschreven in de verzen van [[Pierre Ronsard]], waar de dichter aangeeft dat Lescot vanaf twintigjarige leeftijd “excellent” bedreven is in de vrije kunsten. Hij kwam naar voren als een getalenteerd amateur van wie zijnwiens esthetische invloed aan het hof bewonderd werd door zijn aanbreng van nieuwe klassieke concepten in samenwerking met de beeldhouwerarchitectbeeldhouwer-architect [[Jean Goujon]].
 
== Realisaties ==
[[Bestand:FontaineDesInnocents01.jpg|right|thumb|Fontaine des Innocents]]
 
====*Het Ledoksaal Jubévan de [[Église Saint-Germain-l’Auxerroisl'Auxerrois]] (1541-1544). Dit werd vernietigd in ====1750.
*Het [[Château de Vallery]] (1548)
Het werd vernietigd in 1750.
Het*De werd''Fontaine fontainedes Nymphes'' (1549), later [[Fontaine des Innocents]], en werd aangepast in 1788 en 1860.
*[[Hôtel de Ligneris]] (1554). Het werd vervolledigd door [[François Mansart]] in de 17e eeuw en werd nadien [[Hôtel Carnavalet]] gedoopt.
 
==== LeRenovatie Châteauvan dehet ValleryLouvre (15481546 tot zijn dood) ====
==== LaCour Fontaine des Nymphes (1549)Carré ====
Het bouwwerk waarmee het Frans classicisme werd gevestigd was niet van [[Sebastiano Serlio]] maar van Lescot: de Cour Carré van het Louvre in Parijs waaraan in 1546 in opdracht van [[Frans I van Frankrijk|François I]] werd begonnen. Die laatste haalde de Grosse Tour naar beneden, het zuidwestelijke gedeelte van gebouwen, en gaf de taak aan Lescot om het fort om te bouwen in een paleis. Hij stierf voor er met dat project meer dan een begin gemaakt was, maar Lescot bouwde onder Henri II verder en gaf het binnenplein viermaal zijn oorspronkelijke afmetingen gegeven. Het vergrote ontwerp werd meer dan een eeuw later voltooid.
Het werd fontaine des Innocents, en werd aangepast in 1788 en 1860.
 
Lescot bouwde alleen de zuidelijke helft van de westzijde gebouwd en heeft zodoende gewerkt aan één van de hoogst aangeschreven, nog bewaard gebleven monumenten van de Franse renaissance gemaakt in de ‘klassieke’ fase, zo genoemd om deze periode te onderscheiden van die waarin gebouwen als [[Chambord]]<ref>“Het château de Chambord is een combinatie van stijlen. Het grondplan, de torentjes, de hoge daken en de lange schoorstenen doen denken aan het gotische Louvre, maar het ontwerp, later door Franse bouwmeesters sterk gewijzigd, is afkomstig van een Italiaan, een leerling van Giuliano da Sangallo. Het idee de vertrekken functioneel te groeperen is uit Italië geïmporteerd en werd in Frankrijk een traditie.” uit JANSON, H.W., Wereldgeschiedenis van de kunst, De Haan: Houten, 1994, p. 496</ref> verrees. Bij de St. Pierre en te Chambord zijn elementen ontleend aan de vroege renaissance, terwijl Lescot zich liet inspireren door [[Bramante]] en diens opvolgers.
==== L’Hôtel de Ligneris (1554) ====
Lescots blok bevatte een trap aan het noordelijke gedeelte en twee ''Grandes Salles''. De trap was op zijn Italiaans. De lagere van de twee zalen, gekend als de ‘Salle des Cariatides’ geeft nog steeds een idee van zijn oorspronkelijke flair. De kariatiden[[kariatide]]n nemen de plaats in van de pilaren, in wat eigenlijk enkel en alleen een ornamentele hall was. Dit was gekend als het ‘Tribunal’. Lescot bouwde ook een hoekpaviljoen aan deze vleugel, die deappartementen koningvan zijnde appartementenkoning bevatten, ze kregen de naam ‘Pavilion du Roi’.
Het werd vervolledigd door François Mansart in de 17e eeuw en werd nadien Hôtel Carnavalet gedoopt.
 
==== Renovatie van het Louvre (1546 tot zijn dood) ====
===== Cour Carré =====
Het bouwwerk waarmee het Frans classicisme werd gevestigd was niet van Serlio maar van Lescot: de Cour Carré van het Louvre in Parijs waaraan in 1546 in opdracht van François I werd begonnen. Die laatste haalde de Grosse Tour naar beneden het zuidwestelijke gedeelte van gebouwen en gaf de taak aan Lescot om het fort om te bouwen in een paleis. Hij stierf voor er met dat project meer dan een begin gemaakt was, maar Lescot bouwde onder Henri II verder en gaf het binnenplein viermaal zijn oorspronkelijke afmetingen gegeven. Het vergrote ontwerp werd meer dan een eeuw later voltooid.
 
Lescot bouwde alleen de zuidelijke helft van de westzijde gebouwd en zodoende gewerkt aan één van de hoogst aangeschreven, nog bewaard gebleven monumenten van de Franse renaissance gemaakt in de ‘klassieke’ fase, zo genoemd om deze periode te onderscheiden van die waarin gebouwen als Chambord<ref>“Het château de Chambord is een combinatie van stijlen. Het grondplan, de torentjes, de hoge daken en de lange schoorstenen doen denken aan het gotische Louvre, maar het ontwerp, later door Franse bouwmeesters sterk gewijzigd, is afkomstig van een Italiaan, een leerling van Giuliano da Sangallo. Het idee de vertrekken functioneel te groeperen is uit Italië geïmporteerd en werd in Frankrijk een traditie.” uit JANSON, H.W., Wereldgeschiedenis van de kunst, De Haan: Houten, 1994, p. 496</ref> verrees. Bij de St. Pierre en te Chambord zijn elementen ontleend aan de vroege renaissance, terwijl Lescot zich liet inspireren door Bramante en diens opvolgers.
Lescots blok bevatte een trap aan het noordelijke gedeelte en twee Grandes Salles. De trap was op zijn Italiaans. De lagere van de twee zalen, gekend als de ‘Salle des Cariatides’ geeft nog steeds een idee van zijn oorspronkelijke flair. De kariatiden nemen de plaats in van de pilaren in wat eigenlijk enkel en alleen een ornamentele hall was. Dit was gekend als het ‘Tribunal’. Lescot bouwde ook een hoekpaviljoen aan deze vleugel die de koning zijn appartementen bevatten, ze kregen de naam ‘Pavilion du Roi’.
[[Bestand:Louvre FranzI.JPG|right|thumb|Façade Pierre Lescot]]
 
=====Stijl van de façade=====
De façade is gedecoreerd met een variëteit in de behandeling van de vensters en met gedetailleerde zuilen en pilasters van de de Korinthische[[korinthisch]]e en [[composietorde]]. De weelderigheid van deze sculpturale gevelbehandeling wordt versterkt door de figuren en reliëfs zowel binnen als buiten het gebouw, vervaardigd door beeldhouwer [[Jean Goujon]] (1510-1565?), van wie ook werk te zien is in Lescots [[Hôtel Carnavalet]] in Parijs (ca. 1545). De details van Lescots façade hebben een klassieke zuiverheid, maar onderscheiden zich van Italiaans bouwwerk. Ze danken hun karakter niet aan oppervlakkig toegepaste Italiaanse vormen, maar aan de synthese tussen het traditionele château en het renaissancepaleis. De halve zuilen zijn wel Italiaans, evenals de frontons[[fronton]]s van de ramen en de arcaden[[arcade]]n van de benedenverdieping. De continuïteit van de façade wordt onderbroken door drie vooruitstekende delen of risalieten[[risaliet]]en, die de châteautorens hebben vervangen, terwijl het hoge dak tot de Franse tradities behoort. De verticale accenten zijn sterker dan de horizontale, een effect dat wordt versterkt door de smalle hoge ramen.
 
{{appendix|alles|2=