Participatiedemocratie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''Participatieve democratie''' of '''participatiedemocratie''' is een vorm van [[democratie]] waarin de burger een beleidsbepalende invloed heeft op het bestuur. Beslissingen worden hierbij niet slechts overgelaten aan gekozen vertegenwoordigers, zoals het geval is bij een [[parlementaire democratie]]. Het doel hiervan is de gelijkheid van de burgers te bevorderen. Dit kan bereikt worden met het [[Volksraadpleging|referendum]], het [[petitierecht]] of in mindere mate [[handtekeningenactie]]s en [[Betoging|demonstraties]]. Nieuwe ontwikkelingen op dit gebied zijn het gebruik van de [[nieuwe media]], zoals [[internet]], [[e-mail]] en [[sms]].
'''Participatieve democratie''' is een proces dat de nadruk legt op de brede [[participatie]] van deelnemers in de richtinggeving en werking van politieke systemen.
 
Bij deze vorm van democratie ligt de nadruk op brede [[participatie]] van deelnemers in de richtinggeving en werking van politieke systemen. Voorwaarden hiervoor zijn de bereidheid tot deelname aan de beleidsvoering van de burger — deze vorm kost de burger meer tijd dan de representatieve democratie — en een informatievoorziening die dit mogelijk maakt. Nadelen van de participatiedemocratie zijn gebrek aan beslissingskracht, terwijl de burger onmogelijk op elk vlak over voldoende kennis kan beschikken om tot een weloverwogen oordeel te komen.
[[Carole Pateman]] schreef er in 1970 een boek over: ''Participation and Democratic Theory '' (Cambridge Univ. Press). In haar visie moet de nadruk van democratie liggen op de volgende punten:
 
Volgens {{aut|[[Carole Pateman]] schreef er}} in 1970 een boek over: ''Participation and Democratic Theory '' (Cambridgeuit Univ. Press). In haar visie1970 moet de nadruk van democratie liggen op de volgende punten:
*Het vrijheidsideaal is zelfbestuur.
*Van het individu heeft zij een optimistisch beeld: verbetering (maakbaarheid) is mogelijk, voorkeuren worden gevormd tijdens het politieke proces.
*De samenleving is een associatie - geen aggregaat - van individuen en kent een algemene wil.
*De wijze van besturen: de participatie staat centraal, niet de representatie.
*Nadruk op gelijkheid en consensus.