Groeiring: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Mkmcconn (overleg | bijdragen)
link
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
'''Groeiringen''' of '''jaarringen''' zijn patronen die herkenbaar zijn op de doorsnee van dwars gezaagd hout. [[Boom (plant)|Bomen]], vooral bomen die groeien in een gematigd klimaat, hebben een wisselende groeisnelheid van de buitenste laag van de stam. Rondom het binnenste, reeds afgestorven hout bevindt zich een levende laag, waarin het [[cambium]] zorgt voor de diktegroei. Onder gunstige omstandigheden groeit de boom snel en zijn de [[cel (biologie)|cellen]] groot en wijd; wordt het weer slechter dan worden ook de cellen kleiner en de laag dichter. In de winter vindt er vrijwel geen groei plaats, zeker bij loofbomen. Op doorsnee zijn deze verschillen zichtbaar als lijnpatronen die concentrische ringen vormen. Deze heten '''jaarringen'''.
 
Hierdoor kan men aan een omgezaagde boom zien op welke leeftijd deze is geveld door het aantal ringen van de rand naar het centrum te tellen. 2 ringen staat voor 1 jaar.
 
In droge en natte jaren, of in koude en warme, zullen bomen verschillend dikke jaarringen afzetten. Hierdoor ontstaan patronen van dikke en dunne jaarringen die bij alle bomen in een bepaald gebied, (die aan dezelfde klimaatomstandigheden zijn blootgesteld) vergelijkbare patronen veroorzaken. Deze patronen worden gebruikt in de [[dendrochronologie]].