Geschiedenis van Leeuwarden: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
A Duck (overleg | bijdragen)
A Duck (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 19:
===Leeuwarden onder de Saksen===
Op [[5 juli]] [[1498]] staan de Schieringers onder leiding van Albrecht van Saksen voor de poort van de stad. Na twee dagen geeft de stad zich gewonnen tegenover de grote overmacht, maar niet onvoorwaardelijk. Het stadsbestuur weet te bedingen dat er geen wapens in de stad gebracht mogen worden en dat de bezetting uit niet meer dan zestien man mag bestaan. Graaf [[Willebrord von Schaumburg]], die door Albrecht van Saksen wordt aangestald als Stadhouder, krijgt het zo wel erg moeilijk om de orde te bewaren. Als een poging om wapens de stad binnen te smokkelen mislukt, slaat opnieuw de vlam in de pan. Von Schaumburg vlucht en opnieuw belegert een Saksich leger de stad. Dit keer houdt Leeuwarden het negen weken vol voordat de stad wordt ingenomen.
Albrecht van Saksen doet zijn intrede in de stad in [[1499]], het jaar dat traditioneel gezien wordt als einde van de [[Friese Vrijheid]]. Voorlopig houdt Albrecht het rustigerrustigere [[Franeker]] aan als hoofdstad. Om de orde in de stad te garanderen begint hij in [[1500]] wel met de bouw van een [[dwangburcht]], de [[Blokhuispoort]].
 
NaToen de onderwerpingrust doorwas weergekeerd maakte Albrecht van Saksen werd Leeuwarden detot zetel van het [[Hof van Friesland]] dat zich bezighield met bestuur en rechtspraak. Dit college kreeg in [[1571]] een eigen onderkomen, de Kanselarij. In dezelfde tijd werd in Leeuwarden ook het kerkelijk gezag gevestigd. De Sint-Vituskerk werd de zetel van de [[decanaat|deken]] en de belangrijkste kerk van Friesland. Alle landsheren en [[stadhouder]]s, die sinds [[1515]] werden aangesteld, werden in deze kerk ingehuldigd. Na de verovering door [[Georg Schenck van Toutenburg]], in dienst van [[Karel V van het Heilige Roomse Rijk|Karel V]] in [[1524]] werd Leeuwarden de hoofdstad van de [[Heerlijkheid Friesland]]. In 1559 werd Leeuwarden tot bisschopszetel verheven van het nieuw opgerichte bisdom Leeuwarden.
===Leeuwarden onder de Habsburgers===
 
De Saksiche tijd eindigde voor de FriezenLeeuwarders enin daarmee[[1515]] voortoen verovering door [[Georg Schenck van Toutenburg]] de Leeuwardersstad opveroverde voor keizer [[19Karel meiV van het Heilige Roomse Rijk|Karel V]]. Op [[151519 mei]] toen1515 verkocht [[George van Saksen]] definitief zijn aanspraken op Groningen en Friesland toen hij deze voor 100.000 [[gulden]] verkocht aan keizer [[Karel V]]. Net als de rest van Nederland en zelfs een groot gedeelte van de wereld valtviel Leeuwarden nu onder de [[Habsburgers]]. Dat bracht een tijd van voorspoed met zich mee. Leeuwarden was een bestuurscentrum met stevige wallen en een burcht die over de stad waakte. Dat werd eens te meer bevestigd toen de stad in [[1524]] bevestigd werd als hoofdstad van de [[Heerlijkheid Friesland]] werd. Het enige dat er nog aan ontbrak was een grote kerk. Dat was het symbool dat nodig was om de kracht en de welvaart van de stad en de provincie uit te dragen. [[Jacob van Aaken]] kreeg op [[28 mei]] [[1529]] opdracht van het stadsbestuur om te bouwen aan een kerk die de vitaliteit van de stad vertegenwoordigde: de [[Oldehove]] die op de plek van de oude Sint-Vituskerk moest verschijnen. Het mislukken van de bouw hield niet tegen dat in [[1559]] Leeuwarden tot bisschopszetel verheven werd van het nieuw opgerichte [[Bisdom Leeuwarden]].
 
==De tijd van de Friese stadhouders==
 
=== Tachtigjarige Oorlog ===
De [[Beeldenstorm]], voorbode van de [[Tachtigjarige Oorlog]], bereikte Leeuwarden op [[6 september]] [[1566]], voorbode van de [[Tachtigjarige Oorlog]]. Desondanks bleef de stad koningsgezind tijdens [[Oranjes tweede invasie]], terwijl bijvoorbeeld Franeker en Stavoren enkele maanden calvinistisch bestuur kenden tot Spaanse soldaten het koninklijk gezag herstelden. In februari 1579 maakten opstandelingen zich meester van de [[blokhuis|blokhuizen]] van Leeuwarden, Harlingen en Stavoren, waardoor Friesland aan de zijde van de Opstand komt; in maart sluiten de Friese steden zich aan bij de [[Unie van Utrecht (1579)|Unie van Utrecht]]. [[Cuneris Petri]], de enige [[bisschop]] van het Bisdom Leeuwarden, die aangesteld was in 1569, belandde bij de calvinistische machtsovername korte tijd in het gevang en vertrok daarna voorgoed uit Friesland. De [[Sint-Vituskerk (Leeuwarden)|Sint-Vituskerk]] werd in de jaren 1595 en 1596 wegens verregaande bouwvalligheid afgebroken.
 
===Leeuwarden onder Willem Lodewijk===
Regel 31 ⟶ 35:
== Zestiende en zeventiende eeuw ==
De zestiende en zeventiende eeuw vormden een gouden tijd voor Leeuwarden. Leeuwarden kreeg aanzien doordat het de verblijfplaats werd van de Friese Nassau's die [[stadhouder]] werden van de noordelijke provincies. In deze eeuwen kwam de stad tot grote bloei. Het aantal inwoners steeg van 5.000 rond het jaar [[1500]] tot 16.000 in [[1650]]. Leeuwarden behoorde toen tot de tien aanzienlijkste steden van Nederland. Daarvan getuigen nu nog prachtige gebouwen als de Kanselarij (waar recht gesproken werd), het Stadhouderlijk Hof, de [[Waag (Leeuwarden)|Waag]] (als centrum van de handel), en de scheve toren de [[Oldehove (gebouw)|Oldehove]].
 
=== Onder Saksen en Habsburgers ===
Na de onderwerping door Albrecht van Saksen werd Leeuwarden de zetel van het [[Hof van Friesland]] dat zich bezighield met bestuur en rechtspraak. Dit college kreeg in 1571 een eigen onderkomen, de Kanselarij. In dezelfde tijd werd in Leeuwarden ook het kerkelijk gezag gevestigd. De Sint-Vituskerk werd de zetel van de [[decanaat|deken]] en de belangrijkste kerk van Friesland. Alle landsheren en [[stadhouder]]s, die sinds [[1515]] werden aangesteld, werden in deze kerk ingehuldigd. Na de verovering door [[Georg Schenck van Toutenburg]], in dienst van [[Karel V van het Heilige Roomse Rijk|Karel V]] in [[1524]] werd Leeuwarden de hoofdstad van de [[Heerlijkheid Friesland]]. In 1559 werd Leeuwarden tot bisschopszetel verheven van het nieuw opgerichte bisdom Leeuwarden.
 
=== Tachtigjarige Oorlog ===
De [[Beeldenstorm]] bereikte Leeuwarden op [[6 september]] [[1566]], voorbode van de [[Tachtigjarige Oorlog]]. Desondanks bleef de stad koningsgezind tijdens [[Oranjes tweede invasie]], terwijl bijvoorbeeld Franeker en Stavoren enkele maanden calvinistisch bestuur kenden tot Spaanse soldaten het koninklijk gezag herstelden. In februari 1579 maakten opstandelingen zich meester van de [[blokhuis|blokhuizen]] van Leeuwarden, Harlingen en Stavoren, waardoor Friesland aan de zijde van de Opstand komt; in maart sluiten de Friese steden zich aan bij de [[Unie van Utrecht (1579)|Unie van Utrecht]]. [[Cuneris Petri]], de enige [[bisschop]] van het Bisdom Leeuwarden, die aangesteld was in 1569, belandde bij de calvinistische machtsovername korte tijd in het gevang en vertrok daarna voorgoed uit Friesland. De [[Sint-Vituskerk (Leeuwarden)|Sint-Vituskerk]] werd in de jaren 1595 en 1596 wegens verregaande bouwvalligheid afgebroken.
 
==De tijd na 1750==