Strategie van Lissabon: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
redactie
Regel 1:
De '''Strategiestrategie van Lissabon''' (ook wel proces, agenda of akkoord van Lissabon) is een actie- en ontwikkelingsplan van en voor de [[Europese Unie]] (EU), dat in maart [[2000]] vooris aangenomen en een periodelooptijd van 10tien jaar is aangenomenheeft.
 
== Inhoud ==
De overeenkomststrategie werd gesloten tussendoor de regeringsleiders en staatshoofden van de EU tijdens een [[Europese top]] in de [[Portugal|Portugese]] hoofdstad [[Lissabon]] gelanceerd. Op dat moment leek de EU een welvarende tijd tegemoet te gaan: de werkloosheid was relatief laag en de economische groei was relatief hoog. De volgende doelstelling werdwas dan ook vooropgezetambitieus: tegenin 2010 zoumoest de EU zijn veranderd in de meest competitieveconcurrerende en dynamische [[kenniseconomie]] van de wereld, moetenmet zijneen arbeidsparticipatie van 70% en een [[economische groei]] van 3%. Dit is de zogenoemde economische pijler. Devan socialede pijlerstrategie. beoogtVerder instandhoudingwas enhet verbeteringstreven vanom het Europese sociale welvaartsmodel (bijv.te groeiverbeteren van(de hetsociale aantalpijler) vrouwelijkeen hoogleraren<ref>[http://www.studned.nl/558/onderwijs/vrouwelijke-hoogleraren-verdienen-minderhet Vrouwelijkemilieu hooglerarente verdienenontzien; minder].de StudNed.nl,economische 25groei septembermoest 2009.</ref>)duurzaam enzijn (de ecologische pijler duurzame groei).
 
Speciale aandacht ging uit naar onderzoek en ontwikkeling (O&O; Research and Development, R&D). Volgens de strategie moest hieraan in ieder land minimaal 3% van het [[bruto binnenlands product]] worden besteed, waarbij het bedrijfsleven tweederde van de benodigde investeringen voor zijn rekening diende te nemen en de overheid de rest.
Er werd dus een speciale aandacht besteed aan Onderzoek en Ontwikkeling (O&O; Research and Development, R&D)
In het akkoord staat onder meer dat in ieder land O&O minimaal 3% van het [[Bruto Binnenlands Product]] zou moeten gaan uitmaken. Hier zou 2/3 moeten gefinancierd worden door investeringen vanuit de privé-sector en 1/3 door overheidsuitgaven.
 
Nog op economisch vlak zou EU een gemiddelde activiteitsgraad van 70% moeten kennen, en een [[economische groei]] van 3% moeten kennen tegen 2010.
 
== Uitwerking en resultaten (2005) ==
In oktober 2004, enkele dagen voor zijn geplande aftreden als voorzitter van de [[Europese Commissie]], verklaarde [[Romano Prodi]] dat de Lissabonstrategie aan het mislukken was. Sinds het akkoord zou de Europese economie alleen mindermaar competitiefaan concurrentievermogen hebben ingeboet ten opzichte van de [[Verenigde Staten]] zijn geworden. Prodi liep hiermee vooruit op een onderzoek van [[Wim Kok]].
 
Hierbij moet men wel het onderscheid maken tussen de verschillende Europese landen. In de Europese Unie behalen enkel de Scandinavische landen de vereiste 3%, terwijl de Mediterrane en de Oost-Europese landen hier een slechte score halen (vaak onder de 1%). In [[België]] scoort enkel [[Vlaanderen]] relatief goed; het haalde in 2001 2,43%* (1,87% privé, 0,56% overheid). Verwacht wordt dat Vlaanderen in 2010 de 3% haalt. (*cijfers voor het Vlaamse Gewest)
In [[België]] scoort enkel [[Vlaanderen]] relatief goed, en haalde in 2001 2,43%* (1,87% privé, 0,56% overheid). Verwacht wordt dat Vlaanderen tegen 2010 de 3% haalt. (*cijfers voor het Vlaamse Gewest)
 
Ook inzakewat economische groei en [[activiteitsgraad]]arbeidsparticipatie betreft scoort de EU slecht. Zo kentlag de arbeidsparticipatie in [[België]] anno 2005 slechts een activiteitsgraad rond de 61 à 62%.
 
In Nederland heeft enkel de [[Samenwerkingsverband Regio Eindhoven|regio Eindhoven]] de Lissabon doelstellingenLissabondoelstellingen weten te halen.
 
== Uitwerking en resultaten (2010) ==
2010 is het einde van de looptijd van de lissabonstategieLissabonstategie. In 2010 kan geconstateerd worden dat de EU-strategie om de lidstaten zwaar te laten investeren in onderzoek en ontwikkeling goeddeels is mislukt. Geen enkele europeesEuropees land haalt de norm van 3%. Hierdoor blijft Europa in dit opzicht achterlopen op de VS, waar de investeringen in onderzoek hoger zijn. De vraag blijft of er al dan niet behoefte is aan een nieuwe norm voor uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling.
 
==Zie ook==