Militaire rechtbank: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 4:
 
In [[België]] zijn de militaire rechtscolleges afgeschaft in [[vredestijd]] door [[artikel]] 157, al. 1, van de [[Grondwet]]. In oorlogstijd bestaat de krijgsraad uit een Nederlandstalige, een Franstalige en een Duitstalige kamer.
Een kamer bestaat dan uit een rechter (voorzitter), een magistraat uit de rechtbank van eerste aanleg (burgerlijk lid), een hoofdofficier en een lagere officier die tenminste de graad van kapitein bezit (militaire leden). Het openbaar ministerie wordt vertegenwoordigd door de krijgsauditeur. Op de terechtzitting is dan ook een griffier aanwezig. De samenstelling kan gewijzigd worden naar gelang de rang van de terechtstaande militair(en).
Hogere officieren verschijnen niet voor de krijgsraad maar voor het [[Militair Gerechtshof]]. De officieren die in de krijgsraad of het [[Militair Gerechtshof]] zetelen, genieten de waardigheid van magistraat en zijn dan door het beroepsgeheim gebonden. Tegen de vonnissen van de krijgsraad kan hoger beroep ingesteld worden bij het [[Militair Gerechtshof]].