Onroerendezaakbelasting: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 16:
Voor niet-woningen (met uitzondering van Rijksmonumenten) geldt dat de gecorrigeerde vervangingswaarde de grondslag is indien deze hoger is dan de waarde in het economisch verkeer.
 
OmMet totingang hetvan te1 betalenjanuari ozb-bedrag2009 te komen dientwordt de WOZ-waardeonroerendezaakbelastingen te worden gedeeld door € 2500,–, afgerond op hele getallenberekend naar benedeneen enpercentage daarnavan vermenigvuldigdde met het tariefWOZ-waarde. Het tariefpercentage wordt jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld.
 
Rekenvoorbeeld:
*Een woning heeft een WOZ-waarde van € 247.000,–
*Het ozb-tarief eigenaren woningen in 2008 is vastgesteld op 0.1099 %
*Hieruit volgt een ozb van € 247.000,- x 0.01099 % = € 271.45
 
Voor 2009 was de methode anders en diende men tot het te betalen ozb-bedrag te komen door WOZ-waarde te delen door € 2500,–, afgerond op hele getallen naar beneden en daarna vermenigvuldigd met het tarief. Het tarief wordt jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld.
 
Rekenvoorbeeld:
Regel 22 ⟶ 29:
*Het ozb-tarief eigenaren woningen in 2008 is vastgesteld op € 3,04
*Hieruit volgt een ozb van € 247.000,- / € 2500,- = 98 ⇒ 98 x € 3,04 = € 298,-
 
Tot nu toe werd de onroerendezaakbelastingen berekend op basis van een tarief per WOZ-waarde eenheid van € 2.500. Met ingang van 1 januari 2009 wordt de onroerendezaakbelastingen berekend naar een percentage van de WOZ-waarde.
 
==Belang==