Een '''inferieur goed''' is een goed waarvan de consument minder gaat kopen naarmateals zijn inkomen hogerstijgt wordt (en omgekeerd, waarvan hij meer gaat kopen als zijn inkomen daalt). De [[inkomenselasticiteit]], die bij normale goederen positief is, is bijvan een inferieur goed juistis negatief. Bij een laag inkomen zal een consument bijvoorbeeld goedkoop vlees en tweedehands kleren kopen, maar als zijn inkomen toeneemthoger wordt, stapt hij over naar duurder vlees en chiquere kleding. Op dat moment (dus bijBij dathet toegenomenhogere inkomen) worden dathet goedkoopgoedkope vlees ofen diede tweedehands kleren inferieure goederen. De term ''inferieur'' heeftslaat overigensniet nietsop tede makenkwaliteit metvan kwaliteithet goed. Als het inkomen maar voldoende toeneemt, zal bijna elk goed uiteindelijk worden vervangen door een in de ogen van de consument meer gewenst goed. Op dat moment wordt het vervangen goed een inferieur goed.
Naast inferieure goederen zijn er '''normale goederen'''. Het is een normale reactie dat je meer van een goed koopt als je inkomen stijgt. De [[inkomenselasticiteit]] van deze goederen is positief. Normale goederen zijn te verdelen in primaire goederen (reageren relatief niet sterk op een inkomensverandering) en luxe goederen (reageren in verhouding sterk op een inkomensverandering).
