'''Abu Lahab''' (Arabisch: أبو لهب, "vader van het vuur") was de bijnaam van ''Abd al-'Uzza ben 'Abd al-Muttalib ben Hicham al-Quraishi'' (عبد العزى بن عبد المطلب بن هاشم القرشي {{ar}}), overleden rond [[624]]. Hij was een van de ooms vanaan vaderszijde van [[Mohammed]] en een onverzoenlijke tegenstander van de profeetMohammed en zijn geloof. Hij is een van de twee tijdgenoten van Mohammed die met naam en toenaam in de [[koran]] [[vervloekt]] worden. De [[soera]] waarin dit gebeurt, [[Soera De Touwvezels| soera 111]], draagt ook zijn naam. Abu Lahab (أبو لهب {{ar}})betekent overigens zoveel als ''vader van het vuur''.
HijAbu wasLahabwas de zoon van [[Abd al-Muttalib]] en een van de leiders van de [[Qureish]]-stam. Volgens de overlevering was hethij een corpulente man met een vurige glos op de wangen, hetwelkwat hem zijn bijnaam opleverde.▼
==Leven en familie==
Hij is een van de twee tijdgenoten van Mohammed die met naam en toenaam in de [[Koran]] vervloekt worden. De [[soera]] waarin dit gebeurt, [[Soera De Touwvezels|soera 111]], draagt ook zijn naam.
▲Hij was de zoon van [[Abd al-Muttalib]] en een van de leiders van de [[Qureish]] stam. Volgens de overlevering was het een corpulente man met een vurige glos op de wangen, hetwelk hem zijn bijnaam opleverde.
