Spontane symmetriebreking: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Hansmuller (overleg | bijdragen)
veldentheorie
JRB (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
In de [[kwantumveldentheorie]], een deelgebied van de [[theoretische natuurkunde]], komt '''spontane symmetriebreking''' voor, wanneer een systeem dat [[symmetrie|symmetrisch]] is met betrekking tot een [[symmetriegroep]] in een [[vacuümtoestand]] komt die niet symmetrisch is. Als dat gebeurt, lijkt het systeem zich niet meer op een symmetrische wijze te gedragen. Het komt van nature in vele situaties voorkomtvoor.
 
De symmetriegroep kan [[discrete groep|discreet]] zijn, zoals in de [[ruimtegroep]]en van een kristal, of [[continue functie|continu]] (bijvoorbeeld een [[Lie-groep]]), zoals de rotatiesymmetrie van de [[ruimte (wiskunde)|ruimte]]. Maar als het systeem slechts één ruimtelijke dimensie bevat dan kunnen in een [[vacuümtoestand]] van de volledige [[kwantumtheorie]] alleen discrete symmetrieën worden gebroken, hoewel in een klassieke oplossing ook een continue symmetrie kan breken.
 
Een bekend voorbeeld van spontane symmetriebreking is een bal, die stabiel op de top van een heuvel ligt. Deze bal is in een volledig symmetrische toestand. Toch is de toestand instabiel: de geringste storende kracht zal de bal in een bepaalde richting van de heuvel doen rollen. Op dat punt is de symmetrie verbroken, omdat de richting, waarin de bal rolt, niet symmetrisch is en zich onderscheidt van alle andere richtingen.