Roman Jakobson: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
TXiKiBoT (overleg | bijdragen)
MatthiS (overleg | bijdragen)
→‎Werk: Communicatiemodel
Regel 5:
 
== Werk ==
*Jakobson heeft een grote invloed gehad op tal van wetenschapsgebieden. [[taalfilosofie|Taalfilosofisch]] was een van zijn belangrijkste bijdragen het onderscheid dat hij maakte tussen zes functies van taal:
 
# ''referentieel'' - het overdragen van informatie over de wereld om ons heen
Regel 16:
Deze lijst wordt nog altijd beschouwd als het meest bruikbare overzicht van functies van taal.
 
*Op het gebied van de [[fonologie]] had Jakobson onder andere grote invloed doordat hij het begrip ''[[fonologisch kenmerk]]'' introduceerde: spraakklanken (klinkers en medeklinkers) zijn niet de kleinste bouwstenen van taal, maar ze zijn zelf weer opgebouwd uit nog kleinere eenheden, die bijvoorbeeld corresponderen met instructies aan de spraakorganen. Een voorbeeld van een kenmerk is [+stem]: een instructie aan de stembanden om te gaan trillen. Klanken als de (Nederlandse) b, d en z hebben dit kenmerk. Via Jakobsons student [[Morris Halle]] kwam het begrip fonologisch kenmerk uiteindelijk ook terecht in de [[generatieve taalkunde]].
 
:In de ogen van Jakobson waren fonologische kenmerken essentieel en konden ze gebruikt worden om te verklaren hoe kinderen talen leren, hoe [[afasie|afatici]] hun taal verliezen en waarom alle talen van de wereld op sommige punten zo op elkaar lijken. Doordat hij enige tijd samenwerkte met [[Claude Lévi-Strauss]] had hij ook invloed op de antropologie en andere cultuurwetenschappen. Met name zijn interesse in de innerlijke taal verdient vermelding: Jakobson formuleerde de hypothese dat bij de productie van neologismen in de droom de [[liquida]]e verdwijnen (zie Kinderprache, Aphasie und Lautgestezte).
 
*Hij heeft ook een [[communicatiemodel]] ontwikkeld dat er als volgt uitziet:
''Een '''zender''' encodeert een '''boodschap''' in een '''code'''. Hij stuurt die '''intentioneel''' via een '''medium''' naar een '''ontvanger''' die de boodschap decodeert. De boodschap moet een '''context''' hebben waarnaar verwezen kan worden en die begrijpelijk is voor de ontvanger.''
 
Een voorbeeld:
:Zender: Thomas;
:Code: Nederlands;
:Medium: Een uitnodiging;
:Boodschap: Jullie zijn uitgenodigd voor mijn verjaardagsfeestje op 7 december 2009 om 19u bij mij thuis;
:Ontvanger: Mensen die het kaartje in de bus krijgen;
:Context: Thomas wordt 19 jaar en hij geeft een feestje voor zijn beste vrienden.
Het is werkelijk de bedoeling van Thomas om zijn vrienden uit te nodigen (-> intentioneel), we kunnen dus van communicatie spreken.
 
== Titels van enkele representatieve werken ==