Karel Utenhove (zoon): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 10:
Denis Lambin, Jean Dorat (professor Grieks), Adrian Turnèbe (professor Hebreeuws), en vooral met de dichters van de Pléiade, [[Joachim du Bellay]] en [[Pierre de Ronsard]]. Dankzij deze laatste werd hij van 1558 tot 1562 huisleraar voor Camille, Lucrèce en Diane, de drie dochters van de seigneur de Grigny, Jean de Morel. Hij gaf ook openbare lezingen over geleerde onderwerpen, onder meer over het traktaat van Hephaistion gewijd aan de Griekse versleer.
 
Daarna trok hij naar [[Londen]] en werd er secretaris van de Franse ambassadeur. Langs die weg werd hij geïntroduceerd in de literaire kringen aan het Hof en wist hij in de gunst te komen van [[Elisabeth I van Engeland|koningin Elisabeth]]. In Londen kwam hij ook in contact met zijn halve oom [[:en:Jan Utenhove|Jan Utenhove]], protestantenleider aldaar, maar de beide heren lagen elkaar niet. Van Karel berust in Londen nog een brief in het Grieks, geschreven aan Jan Utenhove, die door Fredrik Pijper werd gepubliceerd. Hij knoopte ook vriendschap aan met de arts [[François Thorius]], die deel uitmaakte van de belangrijke kolonie Vlaamse protestanten.
 
Bij de eerste berichten over de [[Beeldenstorm]] in de Nederlanden in 1566 reisde Karel naar zijn geboortestad. In september 1566 maakte hij in [[Aalter]] kennis met Catharina van Boetzelaer. Deze adellijke dame had een niet onbelangrijk aandeel gehad in de totstandkoming van het [[Eedverbond der Edelen]] en in de organisatie van calvinistische predicaties in het Gentse. Ze was zopas weduwe geworden en Utenhove deed haar een dichterlijk huwelijksaanzoek, waarop ze niet inging. Het gedicht alsmede een acrostichon op de beginletters van haar naam zijn opgenomen in de hierna te noemen ''Xenia''.