*middelbare normaalschool, beter bekend als [[regent (onderwijs)|regentaat]].
De meeste normaalscholen werden in België opgericht na de [[Onderwijswetschoolwet van 1842 (België)|wet van 1842]], toen de vraag naar gediplomeerde onderwijzers toenam. Een tweede golf ontstond na de invoering van de [[leerplicht]] in 1914, in de praktijk dus na de [[Wereldoorlog I|eerste wereldoorlog]]. Het werd dan een studiekeuze na de [[vierde graad]] van de [[lagere school]], hoewel ook leerlingen die drie jaar [[humaniora]] achter de rug hadden, werden toegelaten. De normaalschool kende een stijgend succes en kreeg ook meer prestige. Ze werd vaak als alternatief gezien van een humaniora. Ze bereidde immers ook goed voor op ambtenaren-examens. In 1929 werd de normaalschool trouwens gelijkgesteld met de hogere cyclus van een humaniora, zodat men na de normaalschool ook kon doorstoten naar het [[hoger onderwijs]]. Na vier jaar [[opleiding|studie]] en [[praktijk]] studeerde men af als kleuteronderwijzer(es), onderwijzer(es) voor de lagere school of als [[regent (onderwijs)|regent(es)]] voor het secundair onderwijs.
In 1967 werden deze opleidingen omgevormd tot een [[studierichting]] in het [[secundair onderwijs]] "[[menswetenschap]]pen" of "humane wetenschappen", waarna nog 2 jaar '''normaalschool''' volgde.