Salon des Refusés: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
StookWagen (overleg | bijdragen)
k Felix Bracquemond -> Félix Bracquemond
Mexicano (overleg | bijdragen)
Regel 49:
Zo kreeg het schilderij ''Meisje in het Wit'' van [[James McNeill Whistler]], dat door de jury als bijzonder slecht beoordeeld werd, een plaats dicht bij de ingang van de salon zodat iedere bezoeker dit voor die tijd ongewone schilderij bij het betreden van de tentoonstelling wel ''moest'' zien.
 
=== De Reactiereactie van het Publiekpubliek ===
 
Van de tegenwoordig als belangrijkste 19e eeuwse schilders beschouwde kunstenaars waren op de eerste tentoonstelling naast Manet, Courbet en Whistler ook [[Johan Barthold Jongkind]], [[Camille Pissarro]], [[Paul Cézanne]], [[Armand Guillaumin]], [[Félix Bracquemond]], alsook [[Henri Fantin-Latour]], [[AmandArmand Gautier]] en [[Alphonse Legros]] vertegenwoordigd. Van de laatste drie waren ook schilderijen voor de officiële tentoonstelling geaccepteerd. De catalogus van de Salon des Réfusés vermeldt niet al deze schilders. Hij is onvolledig gebleven omdat hij zonder hulp van de overheid samengesteld moest worden, en de tijd voor een volledige opsomming niet toereikend was.
 
De tentoonstelling van de Salon des Réfusés begon op 15 mei terwijl de officiële salon al op 1 mei geopend was. Vanaf het begin trok de eerste een groot aantal bezoekers. Op zondagen telde men tot 4.000 bezoekers. Daarmee toonde deze een grotere aantrekkingskracht dan de officiële salon. De pers wijdde aan de in de Salon des Refusés tentoongestelde kunstenaars meer en langere artikelen, zodat in de pers de grap de ronde deed dat de kunstenaars van de Parijse salon hoopten het volgende jaar ook afgewezen te worden om zo meer aandacht te krijgen. De meerderheid van de artikelen was echter afwijzend over de hier tentoongestelde kunst en ook de reactie van het publiek was afwijzend. Men lachte om de afgewezen werken.