Alternatieve kosten: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
Als voorbeeld: Een bedrijf bezit een een stuk grond en kan dat gebruiken om een kantoor op te bouwen. Een alternatief is om een vergelijkbaar bestaand kantoor te kopen.
 
Nieuwbouw kost 1.000.000 euro. Het bestaande gebouw kost 1.200.000 euro. In eerste instantie lijkt nieuwbouw dus goedkoper. Maar bij deze redenatie worden de alternatieve kosten van het gebruiken van het stuk land voor nieuwbouw over het hoofd gezien. Het stuk land dat het bedrijf bezit kan namelijk verkocht worden, de alternatieve kosten van het gebruiken van het stuk land voor nieuwbouw zijn gelijk aan de verkoopprijs van het stuk land. Als de verkoopprijs van het stuk land groter is dan 200.000 euro, bedragen de totale economische kosten van nieuwbouw meer dan 1.200.000 euro. Als de verkoopprijs (dit zijn de alternatieve kosten van het gebruiken van het stuk land voor nieuwbouw) bijvoorbeeld 300.000 euro bedraagt, bedragen de totale economische kosten van nieuwbouw 1.300.000 euro. Het kopen van een bestaand kantoor is dan de beste keuze, aangezien de totale economische kosten van het kopen van een bestaand kantoor 1.200.000 euro bedragen.
 
Een tweede voorbeeld: een zelfstandige wil een tevredenheidsenquête bij zijn klanten uitvoeren. Hij kan dat door een [[marketingbureau]] laten doen voor 1000 euro. Hij kan het ook zelf doen maar dan heeft hij bijvoorbeeld twee dagen tijd nodig. De alternatieve kosten zijn dan de verloren inkomsten gedurende deze periode. Als de zelfstandige gedurende die twee dagen meer dan 1000 euro kan verdienen, dan kan hij de enquête best laten uitvoeren door het marketingbureau. De alternatieve kosten zijn dan hoger dan de kosten van het marketingbureau.