Wanprestatie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Robbot (overleg | bijdragen)
k Botgeholpen doorverwijzing: Hoge Raad - Verwijzing(en) gewijzigd naar Hoge Raad der Nederlanden
Maiella (overleg | bijdragen)
Regel 19:
Wettelijk kunnen verbintenissen slechts ontstaan, indien dit uit de wet voortvloeit (art. 6:1 BW). Zoals gezegd zijn er twee mogelijkheden: een verbintenis kan ontstaan uit een overeenkomst ("contract") of uit de wet.
 
Overeenkomsten ontstaan door aanbod en aanvaarding. In beginsel bestaat er contractsvrijheid en contractvormvrijheid, maar daar zijn wel uitzonderingen op. Een huurmoordovereenkomst is niet geldig (art. 3:40 BW). Sommige overeenkomsten moeten schriftelijk worden gesloten. De totstandkoming van een overeenkomst verlangt wilsovereenstemming. Daarbij kan van alles misgaan. Zo kunnen [[wilsgebrek]]en ([[dwaling]], [[bedrog]], [[bedreiging (strafrecht)|bedreiging]], [[misbruik van omstandigheden]]) op die de geldige totstandkoming van een overeenkomst verhinderen. Anders dan in sommige andere landen hoeft een contract niet tot de laatste letter te zijn uitgespeld, zeker als het niet om professionele partijen gaat. Contracten moeten worden geïnterpreteerd vanuit de vraag wat partijen bedoeld zullen hebben. Naar een arrest van dehet [[Hoge Raad der Nederlanden|Hoge RaadHaviltex-arrest]] (Haviltex/Ermes) uit 1981 tussen de bedrijven Haviltex en Ermes wordt dat de Haviltex-norm genoemd: bepalend is veeleer de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs eraan hebben kunnen toekennen en wat zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Dat is niet altijd even makkelijk, zeker als er een verschil van mening bestaat, en uiteindelijk kan het nodig zijn dat er een rechter aan te pas komt.
 
Iedere afspraak is in feite een overeenkomst. Volgens de wet "hebben overeenkomsten niet alleen de door partijen overeengekomen rechtsgevolgen, maar ook die, naar de aard van de overeenkomst, uit de wet, de gewoonte of de eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeien" (art. 6:248 BW). Wie met iemand een afspraak maakt om ergens een biertje te gaan drinken moet dus - in het algemeen - niet aankomen met een vordering tot schadevergoeding op grond van wanprestatie als de ander niet komt opdagen.
Regel 25:
Gaat het om belangrijker aangelegenheden, dan verdient het aanbeveling om contracten zwart op wit op papier te zetten, al is dat slechts zelden verplicht. Maar anders dan leken vaak denken geldt niet zonder meer altijd de letter van een contract. Zo kan iemand die vergeet iets in een contract te vermelden wat hij stellig toch bedoeld zal hebben alsnog "gered" worden door het zojuist genoemde art. 6:248 BW.
 
Op de totstandkoming van verbintenissen uit de wet hebben partijen geen directe invloed. Het bekendste geval van een dergelijke verbintenis is de verbintenis tot schadevergoeding die voortvloeit uit [[onrechtmatige daad]]. Schade is wel noodzakelijk, maar niet voldoende voor het ontstaan van zulk een verbintenis. Allerlei factoren kunnen ertoe leiden dat er ondanks schade toch geen "wettelijke aansprakelijkheid" bestaat, zoals het in het spraakgebruik heet. Zulke factoren zijn o.a. een te ver verwijderd verband tussen gedraging en schade ("causialiteit, art. 6:98 BW) en "eigen schuld" (art. 6:101 BW). Als regel is schuld vereist, maar op die regel bestaan ook uitzonderingen. Als een automobilist een jeugdige fietser aanrijdt moet het al heel raar lopen wil hij niet aansprakelijk zijn. Anders dan in het strafrecht worden hier in het privaatrecht overigens minder verschillende gradaties van schuld onderscheiden. Dat komt omdat het privaatrecht in dit opzicht alleen dient voor schadevergoeding, niet om een dader tot een ander gedrag te bewegen door "leedtoevoeging".
 
== Presteren ==