Evolutionaire taalwetenschap: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
== Geschiedenis ==
 
Een allereerste aanzet tot wat later de evolutionaire taalwetenschap zou worden werd aan het eind van de 18e eeuw gemaakt door [[James Burnett]] met zijn werk ''The Origin and Progress of Man and Language''. Men laat de evolutionaire taalwetenschap echt beginnen in de 19e eeuw met de ''Stammbaumtheorie'' van [[AlbertAugust Schleicher]]. Hierin werd de historische ontwikkeling van taal en verschillende [[taalfamilie]]s voor het eerst vergeleken met de evolutie van levende wezens. In de zevende aflevering van [[Science]] publiceerde [[Joseph Jastrow]] een verklarende theorie met betrekking tot glottogonie en taalevolutie.
 
De ''Stammbaumtheorie'' bleek met name erg bruikbaar in de [[vergelijkende taalwetenschap]], maar het ontbreken van authentieke bronnen ("[[fossiel]]en") werd er niet mee opgelost. In 1886 verbood de [[Société de Linguistique de Paris]] nieuwe publicaties op het gebied van de evolutionaire taalwetenschap. Pas in 1988 kwam het onderwerp weer ter sprake in de [[Linguistic Biography]], waarna taalkundigen als [[Frits Kortlandt]] zich ermee bezig gingen houden. In 1996 werd er een hele conferentie aan besteed. Sinds 2001 publiceert de [[Oxford University Press]] de serie ''Studies in the Evolution of Language''.