Abdij van Saint-Riquier: verschil tussen versies

De periode van bloei van de abdij vond plaats onder het bewind van Keizer [[Karel de Grote]]. De abdij werd een [[rijksabdij]] en vernieuwbouw van de Karolingische abdij werd volledig gefinancierd door Karel de Grote zelf. In 790 werd [[Angilbert]], de minnaar van [[Bertrada]] (een dochter van Keizer Karel de Grote), er [[lekenabt]]. De bouwactiviteiten vingen aan in het jaar [[789]] of [[790]] en werden voltooid in [[799]]. Was de eerste kerk die een zogenaamde [[Westwerk]] bevatte. Hiermij was deze abdij een voorloper en diende als voorbeeld voor vele andere (rijks)abdijen die daarna zijn gebouwd zoals [[Corvey]]),[[ ]],[[ ]], . [[Karel de Grote]] liet ook een gouden schrijn voor de relikwieën van Sint[[Riquier]]-Richarius maken en heeft eveneens de [[Centula-Evangeliarium]] laten maken en dit geschonken aan de Abdij van Sint-Requier. Dit Centula-Evangeliarium wordt tegenwordig bewaard in [[Abbeville]] en is een van de acht evangeliaria van de zogenoemde [[Ada-groep]].