Jan Striening: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Theobald Tiger (overleg | bijdragen)
corr. eerste tranche
Theobald Tiger (overleg | bijdragen)
k →‎Levensloop: correcties tweede tranche
Regel 4:
 
==Levensloop==
Jan Striening was een leerling van [[Johannes Petrus Blom]], [[Dirk Jan Hendrik Joosten]] en [[Hendrik Reekers]]. In 1858 begon hij zijn carrière als schilder en tekenaar in [[Haarlem]]. Vrij snel daarna verhuistverhuisde hij naar Deventer waar hij tot 1881 werkte aan de [[Deventer Tekenacademieschool]]. DanVervolgens verhuistverhuisde hij naar Rotterdam waar hij tot zijn dood blijft werken. Striening was leraar in Haarlem, Deventer en Rotterdam. In Rotterdam was hij hoofdleraar tekenen aan de [[Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen]], nu de [[Willem de Kooning Academie]]. Bij zijn komst tekende men daar enkel binnenshuis na van bestaande schilderijen. Striening nam zijn leerlingen mee het veld in en ging les geven volgens de in Frankrijk ontwikkelde tekenmethode [[Dupuis (kunst)]], die het tekenen naar plaat uitsloot. Hij had vele leerlingen o.a.onde wie [[Gerard Altmann]] (1877-1940); [[Frans Bakker]] (1871-1944); [[Wim de Groot]]; [[Maarten Jungmann]]; [[Gerard Kerkhoff]]; [[Koolhaalder Kos]]; [[Jo Koster]]; [[Johan Philip Krauss]]; [[Gerrit David Labots]]; [[Louis Landré]]; [[Grada Hermina Marius]]; [[Frederik Nachtweh]]; [[Arend Jan Nieuwenhuis]]; [[Frans Oerder]]; [[Leo Oosthout]]; [[Cornelis Pouderoijen]]. Striening hield zich bezig met het schilderen en tekenen van genrekunst, landschappen, portretten en kerkinterieurs.
 
==Literatuur==