Jan Striening: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Invulling parameters sjabloon met AWB
Regel 1:
{{wiu|2=2009|3=08|4=26}}
'''Jan Striening''' ([[Haarlem]], [[27 februari]] [[1827]] - [[Rotterdam]], [[3 januari]] [[1903]]), was een [[Nederland]]se [[tekenaar]], [[Kunstschilder|schilder]] en docent. Hij is de grondlegger van de “Rotterdamse School”. Hij werd door de Rotterdamse academie vanuit Deventer naar Rotterdam gehaald om de vernieuwingen van die tijd daar te implementeren.
 
==Levensloop==
Jan Striening werd ook wel Jan Striening Jzn genoemd. Hij signeerde: Jan Striening Jzn, Jan Striening jr en Jan Striening. Hij is een leerling van [[Johannes Petrus Blom]],
[[Dirk Jan Hendrik Joosten]] en [[Hendrik Reekers]]. In 1858 begint hij zijn carrière als schilder en tekenaar in Haarlem. Vrij snel daarna verhuist hij naar Deventer waar hij tot 1881 werkte aan de [[Deventer Tekenacademieschool]]. Dan verhuist hij naar Rotterdam waar hij tot zijn dood blijft werken. Striening was leraar in Haarlem, Deventer en Rotterdam. In Rotterdam was hij hoofdleraar tekenen aan de [[Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen]], nu de [[Willem de Kooning Academie]]. Bij zijn komst tekende men daar enkel binnenshuis na van bestaande schilderijen. Striening nam zijn leerlingen mee het veld in en ging les geven volgens de in Frankrijk ontwikkelde tekenmethode [[Dupuis]], die het tekenen naar plaat uitsloot. Hij had vele leerlingen o.a. [[Gerard Altmann]] (1877-1940); [[Frans Bakker]] (1871-1944); [[Wim de Groot]]; [[Maarten Jungmann]]; [[Gerard Kerkhoff]]; [[Koolhaalder Kos]]; [[Jo Koster]]; [[Johan Philip Krauss]]; [[Gerrit David Labots]]; [[Louis Landré]]; [[Grada Hermina Marius]]; [[Frederik Nachtweh]]; [[Arend Jan Nieuwenhuis]]; [[Frans Oerder]]; [[Leo Oosthout]]; [[Cornelis Pouderoijen]]. Striening hield zich bezig met het schilderen en tekenen van genrekunst, landschappen, portretten en kerkinterieurs.
 
==Literatuur==
 
- [[Thieme/Becker]] 1907 – 1950, dl. 32 (1938), p. 186
 
Regel 14 ⟶ 13:
- [[P.H.Hefting]], [[G.H.Breitner]], brieven aan A.P.van Stolk, Utrecht 1970,p.35 en passim
 
- [[A.B.G.M.van Kalmthout]], Muzentempels. Multidisciplinaire kunstkringen in Nederland tussen 1880 en 1914, Hilversum 1998,p.83,567
 
- [[Franka Wouters]], Jan Striening 1827 - 1903. Teekenmeester in Deventer en Rotterdam. Uitgeverij Waanders b.v., Zwolle, (1988).