Wouter van Twiller: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Davin (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 6:
In 1637 kocht hij een eiland bij [[Nieuw-Amsterdam (Nieuw-Nederland)|Nieuw-Amsterdam]], dat anderhalve eeuw later de naam [[Randall's Island]] kreeg. In 1772 werd het doorverkocht aan de [[Groot-Brittannië|Britse]] legeringenieur [[John Montresor]].
 
Van Twiller raakte meteen na aankomst in conflict met de predikant, Everardus Bogardus, en met de [[fiscaal]], Lubbert van Dincklagen, over de manier waarop de kolonie bestuurd moest worden. Hij kwam ook in aanvaring met [[David Pietersz. de Vries]], die zijn gebrek aan ervaring en leiderschap laakte. De Vries uitte zijn mening in een nogal ongunstig verslag in zijn Korte Historiael, dat in 1655 verscheen, en dat Van Twillers reputatie sindsdien bepaald heeft. Ten onrechte. Van Twillers verzet tegen de Engelse pogingen om de Connecticut en de Delaware Rivier over te nemen was zo sterk als de kracht van Nieuw-Nederland op dat moment toeliet. Hoewel onder zijn bewind de [[pelshandel]] toenam, werd hij per september [[1637]] van zijn post ontheven. Hij werd opgevolgd door Willem Kieft. Van Twiller keerde in juli 1638 terug naar Nederland, waar hij voornamelijk in Amsterdam woonde. Zijn betrokkenheid met Nieuw-Nederland zette hij voort via zijn eigen handel en als voogd over de nalatenschap van zijn oom, Kiliaen van Rensselaer.
 
[[Categorie:Persoon uit de geschiedenis van de WIC|Twiller, Wouter van]]