Dunnelaagchromatografie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
TXiKiBoT (overleg | bijdragen)
lf
Regel 11:
 
Vlekken op een DLC-plaatje die onder normale omstandigheden niet zichtbaar zijn, zijn vaak wel te behandelen. Deze behandeling kan zowel fysisch als chemisch. Voorbeeld van een fysische behandeling is het zichtbaar maken van spots met behulp van UV-licht. Een aantal (chemische) kleuringen zijn<ref>Thin-Layer Chromatography Reagents and Detection Methods, Vol. 1a: Physical and Chemical Detection Methods: Fundamentals, Reagents I H. H. Jork, W. Funk, W. Fischer, and H. Wimmer, VHC, Weinheim, Germany, 1990. </ref><ref>Thin-Layer Chromatography 2nd ed. E. Stahl, Springer-Verlag, New York, NY, 1969. </ref><ref>Thin-Layer Chromatography: Techniques of Chemistry, Vol. XIV, 2nd ed. J. G. Kirchner and E. S. Perry, Eds., John Wiley and Sons, 1978.</ref><ref>Sherman, J., Fried, B., Handboek of Thin-Layer Chromatographie, NY, '''1991'''.</ref>:
*[[Jodium|Jood]]; het kleuren van een DLC-plaatje met behulp van jooddamp is de oudste methode voor het zichtbaar maken van bepaalde typen verbindingen. De methode is gebaseerd op het feit dat jood een grote affiniteit heeft met onverzadigde verbindingen.
*Ultraviolet licht; de methode werkt goed bij het zichtbaar maken van UV-actieve verbindingen, vooral verbindingen met aromatische ringen. De vlekken die zichtbaar zijn onder UV-licht worden vaak omcirkelt met potlood, om ze onder normaal licht te kunnen terugvinden.
*Cerium(IV)ammonium sulfaat; speciaal ontwikkeld voor het zichtbaar maken van alkaloïden.