Landschap Twente: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
ErikWarmelink (overleg | bijdragen)
Japiobot (overleg | bijdragen)
→‎Geschiedenis: linkfix's, Replaced: bisdom Utrechtbisdom Utrecht (2), met AWB
Regel 40:
Twente was in de middeleeuwen een [[gouw (Germaans)|gouw]]. Oorspronkelijk waren er waarschijnlijk zelfs twee gouwen: Noord- en Zuid-Twente. Van Zuid-Twente is echter geen vermelding bekend. De oudste vermelding van Noord-Twente stamt uit 797 als een zekere Oodhelm verschillende goederen aan de relikwieën van Sint-Salvator in [[Wichmond]] schenkt die daar door [[Liudger]] (circa 742-809) waren samengebracht. Ook worden dan voor het eerst Twentse [[buurschap]]pen genoemd: ''Manheri'' ([[Mander]]) en ''Huleri'' (waarschijnlijk [[Dulder]]). Van Noord-Twente is nog sprake in 851 als de plaats [[Wilsum (Grafschaft Bentheim)|Wilsum]] wordt genoemd in de [[Translatio Sancti Alexandri]].
 
Later verdwijnt de naam Noord-Twente en is er alleen nog sprake van de gouw Twente. Deze gouw was groter dan het huidige Twente, want hij omvatte ook de ten noorden van het tegenwoordige Twente gelegen [[Niedergrafschaft Bentheim]], bestaande uit de kerspelen [[Uelsen]], [[Emlichheim]] en [[Veldhausen]]. Dit gebied maakte daardoor nog lange tijd deel uit van het dekenaat Twente dat onderdeel was van het [[Aartsbisdom Utrecht (rooms-katholieke Kerk)|bisdom Utrecht]], in tegenstelling tot de [[Obergrafschaft Bentheim]] die onder het [[bisdom Münster]] viel.
 
De graaf die als hoogste ambtenaar in de gouw optrad zetelde naar alle waarschijnlijkheid te [[Goor]]. Vermoedelijk in de elfde eeuw verwierf de [[Sticht Utrecht|bisschop van Utrecht]] ook de wereldlijke macht in Twente. De graaf werd nu een vazal van de bisschop. De graven van Goor fungeerden als graaf van Twente. De graaf van Goor was een van de belangrijkste leenmannen van de bisschop en hij fungeerde als diens banierdrager. In die functie trad de graaf van Goor ook op tijdens de [[slag bij Ane]] in 1227.
Regel 68:
In de Late Middeleeuwen was Twente verdeeld in verschillende [[kerspel]]s. De parochiekerken lagen in Almelo, Borne, Delden, Denekamp, Diepenheim, Enschede, Goor, Haaksbergen, Losser, Markelo, Oldenzaal, Ootmarsum, Rijssen, Vriezenveen en Wierden. Kapellen lagen in [[Hengelo (Overijssel)|Hengelo]], Tubbergen (sinds 1576 parochiekerk) en Albergen (1371). De parochiekerken van Almelo en Diepenheim waren oorspronkelijk kapellen en dochterkerken van respectievelijk Ootmarsum (tot 1236) en Markelo (tot 1224).
 
Het kerkelijk centrum van het [[dekenaat]] Twente was Oldenzaal, waar aan de kerk het Kapittel van Sint-Plechelmus was verbonden. Dit [[kapittel]] was door bisschop [[Balderik (bisschop van Utrecht)|Balderik]] in 954 opgericht. Heel Twente hoorde onder het [[Aartsbisdom Utrecht (rooms-katholieke Kerk)|bisdom Utrecht]], behalve de buurschap [[Markvelde]] in de heerlijkheid Diepenheim die onder het [[bisdom Münster]] viel.
 
In de 12e eeuw werd er in [[Weerselo]] een klooster gebouwd, [[Het Stift]]. Jongere kloosterstichtingen vonden plaats in de 15e eeuw. Het Sint-Agnesklooster te Oldenzaal ontstond uit een veertiende-eeuws [[begijnen]]huis. Daarnaast was er het Sint-Catharinaklooster in Almelo en het Sint-Antoniusklooster in Albergen. Alle kloosters werden in de zeventiende eeuw na de [[Reformatie]] opgeheven, alleen het Stift bleef bestaan als een internaat voor ongehuwde adellijke jongedames.