Ágnes Simon: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 4:
Simon speelde tussen 1950 en 1971 op tien edities van het WK. Daarop haalde ze in [[Wembley]] 1954 voor het eerst een finale, met het Hongaarse vrouwenteam in het landentoernooi. Het goud was daarin niettemin voor de [[Japan]]sen. Drie jaar later behaalde Simon haar tweede (en laatste) WK-finale en dit keer leverde die wel de titel op. In de eindstrijd van het damesdubbel versloeg ze samen met Mossoczy het [[Engeland|Engelse]] duo [[Ann Haydon-Jones|Ann Haydon]]/[[Diane Rowe]].
Naast op WK's speelde Simon op acht Europese kampioenschappen van 1960 tot en met 1976. Hierop plaatste ze zich zeven keer voor een finale, waarvan er vier op het toernooi van [[Berlijn]] in 1962 waren. Daar greep ze zowel de Europese titel in het enkelspel als die in het landentoernooi, met de nationale ploeg van Duitsland ditmaal. In het dubbelspel moest Simon samen met de Duitse [[Inge Harst]] genoegen nemen met zilver, achter [[Mary Shannon]] en [[Diane Rowe]]. In de finale van het gemengd dubbel boog ze samen met de Duitser ''Eberhard Schöler'' voor het [[Zweden|Zweeds]]/Duitse koppel [[Hans Alsér]]/Harst.<br>
Simons eerstvolgende EK-finale was in 1968 te [[Lyon]]
Simon plaatste zich drie keer voor de [[Europa Top-12 (tafeltennis)|Europese Top-12]]. Daarop eindigde ze in 1971 als vijfde, in 1972 als elfde en in 1973 als negende. Ze speelde competitie in clubverband voor onder meer het Duitse ''DSC Kaiserberg'' in de [[Bundesliga (tafeltennis)|Bundesliga]], waarmee ze in 1971 en 1981 de [[ETTU Cup]] won.
|