Defectief werkwoord: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
DumZiBoT (overleg | bijdragen)
k robot Erbij: fr:Verbe défectif
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
Een '''defectief werkwoord''' is een [[werkwoord]] waarvan niet alle [[vervoeging]]en bestaan. Een bekend voorbeeld van een defectief werkwoord is ''zullen''; het heeft namelijk geen [[voltooid deelwoord]]. Alle [[deponens|deponente werkwoorden]] zijn defectief: zij bezitten geen [[bedrijvende vorm]]. Een voorbeeld is ''verliefd worden'': er bestaat geen vorm zoals ''ik verlief''. Ook [[onovergankelijk werkwoord|onovergankelijke werkwoorden]] zijn defectief, zij bezitten namelijk geen [[lijdende vorm]]. Een voorbeeld is ''zijn'': er bestaat geen vorm zoals ''ik word geweest''.
 
Buiten de ''deponentia'' en de ''onovergankelijke werkwoorden'' zijn er niet veel defectieve werkwoorden in het [[Nederlands]]. De twee bekendste defectieve werkwoorden zijn ''zullen'' en ''plegen'' (in de betekenis van gewoon zijn). Beide werkwoorden bezitten geen [[voltooidevoltooid tegenwoordige tijd]], [[voltooid verleden tijd]] of [[voltooid toekomende tijd]]en (wegens het ontbreken van een [[voltooid deelwoord]]) daarenboven bezit ''zullen'' geen toekomende tijd en geen voorwaardelijke wijs (er bestaat niet zoiets als ''ik zal zullen'' of ''wij zouden zullen'').
 
Soms worden ook de werkwoorden ''zijn'' en ''wezen'' aangeduid als defectieve werkwoorden, omdat zij elkaars vervoegingen gebruiken. Zo heeft ''zijn'' in feite geen onvoltooid verleden tijd, en gebruikt het de O.V.T. van wezen: ''ik was'', wezen heeft bijvoorbeeld geen onvoltooid tegenwoordige tijd, het gebruikt deze van zijn: ''wij zijn''. Soms bestaan beide vormen, zoals in de O.T.T. van de aanvoegende wijs: ''het zij'' naast ''het weze''.