Lal Bahadur Shastri: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Davin (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Freaky Fries (overleg | bijdragen)
Regel 4:
Lal Bahadur brak in 1921 zijn studie af om zich aan te sluiten bij de campagne van de [[burgerlijke ongehoorzaamheid]] van [[Mahatma Gandhi]]. In 1926 werd ''Shastri'' achter zijn naam gezet. Hij bracht bijna negen jaar in de gevangenis door, waarvan de meeste jaren aan het begin van de [[Satyagraha]]-beweging van [[1940]] tot [[1946]].
 
Na de onafhankelijkheid werd hij Minister van [[Politie]]zaken en vanaf 1951 secretaris-generaal van de [[Lok Sabha]], om vervolgens opnieuw minister te worden, dit maal voor [[Spoorweg]]zaken. Na de verkiezingen kwam hij terug als Minister voor Verkeer en werd in 1961 Minister van Binnenlandse zaken. Op 22 januari 1964 trad hij als [[minister zonder portefeuille]] opnieuw toe tot het kabinet. Op 2 februari werden zijn bevoegdheden neergelegd in een decreet van president [[Sarvepalli Radhakrishnan]]: hij nam alle bevoegdheden op zich van het [[Ministerie van Buitenlandse Zaken]], het [[Atoom]]{{shy}}ministerieAtoomministerie en het Regeringssecretariaat, bevoegdheden die eerst premier [[Jawaharlal Nehru]] hadden toebehoord.
 
Met het overlijden van premier Jawaharlal Nehru tijdens zijn ambtstermijn op [[27 mei]] [[1964]] ontstond er een [[machtsvacuüm]]. Op 27 mei werd voorlopig [[Gulzarilal Nanda]] voorgesteld als premier van India. De leidende personen van de [[Congrespartij]] vonden echter te weinig steun, zodat Shastri als compromiskandidaat met minder aanzien op [[9 juni]] [[1964]] gekozen werd tot premier.