School van Tervuren: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Museum: - tikfout
→‎Eerste generatie: - Genkse School
Regel 14:
Daarmee had Boulanger meteen de naam gekleefd op een eerste generatie kunstenaars, die gewoon waren, gezamenlijk of afzonderlijk, aan het schilderen te gaan, in het dorp, in het Zoniënwoud of in de directe landelijke omgeving, als plein-airisten direct in de natuur zelf. Zelfs gezamenlijk werd veelal van gedachten gewisseld, op het marktplein in de [[herberg]] "In de Vos". De betrokkenen waren, naast Boulenger zelf, [[Joseph-Théodore Coosemans]] (1828-1904), [[Jules Raeymaekers]] (1833-1904), [[Alphonse Asselbergs]] (1839-1916). Enkele andere kunstenaars behoorden sporadisch tot deze groep : [[Edouard Huberti]] (1818-1880), [[Louis Crépin]] (1828-1887), [[Jean-Baptist Bogaerts]] (1837 - ?), [[Hendrik Van der Hecht]] (1841-1901) en [[Jules Montigny]] (1840-1899).
 
De meeste van de schilders uit deze en latere generaties behoorden ook tot de [[Colonie d'Anseremme|kunstenaarskolonie van Anseremme]], of trokken naar zee, naar de kunstenaarskolonie in Heist en Knokke. Anderen wisselden het Zoniënwoud af met het barre Kempense heidelandschap rond [[Genk]] en worden ook gerekend tot de [[Genkse School]].
 
Coosemans en Asselbergs hebben in 1875 enige tijd in Barbizon verbleven en hebben er grootse landschappen op doek gezet zoals ''Maartse dag aan de Mare-aux-fées'' (A. Asselbergs, 1876; KMSK Brussel). De landschapschilder Edouard Huberti was eerder een grijsschilder. Hij wordt daarom wel eens de Belgische [[Camille Corot|Corot]] genoemd.