School van Tervuren: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kopjes
Regel 11:
De term "School van Tervuren" werd voor het eerst geopperd in 1866 door [[Jules Raeymaekers]] tijdens een gezellig praatje in de herberg "In den Vos" met Boulenger en Coosemans en nog een vierde schilder. <ref> Jules du Jardin, "L'Art flamand" </ref> Hippolyte Boulanger had dan, ten titel van boutade, voor het Brusselse Salon van 1866 op de rugzijde van een van zijn werken "School van Tervuren" geplaatst. Dit werd door de bezoekers van het Salon op ongeloof onthaald. Critici dreven ermee zelfs de spot <ref> Victor Joly in het blad "Le Sancho" </ref>
 
== Eerste generatie ==
Daarmee had Boulanger meteen de naam gekleefd op een eerste generatie kunstenaars, die gewoon waren, gezamenlijk of afzonderlijk, aan het schilderen te gaan, in het dorp, in het Zoniënwoud of in de directe landelijke omgeving, als plein-airisten direct in de natuur zelf. Zelfs gezamenlijk werd veelal van gedachten gewisseld, op het marktplein in de [[herberg]] "In de Vos". De betrokkenen waren, naast Boulenger zelf, [[Joseph-Théodore Coosemans]] (1828-1904), [[Jules Raeymaekers]] (1833-1904), [[Alphonse Asselbergs]] (1839-1916). Enkele andere kunstenaars behoorden sporadisch tot deze groep : [[Edouard Huberti]] (1818-1880), [[Louis Crépin]] (1828-1887), [[Jean-Baptist Bogaerts]] (1837 - ?), [[Hendrik Van der Hecht]] (1841-1901) en [[Jules Montigny]] (1840-1899).
 
Regel 21 ⟶ 22:
Veel van deze Tervurense meesters zijn verder geëvolueerd naar een impressionisme met een eigen karakter : Hippolyte Boulenger (eerder een aanzet tot het impressionisme), Guillaume Vogels, Louis Crépin, Camille Van Camp, Isidore Verheyden en nog enkele anderen.
 
== Tweede generatie ==
Na de dood van Boulenger, in 1874, ontstond een zogenaamde "tweede generatie" Tervurense kunstenaars, met oa. [[Guillaume Vogels]], [[Isidoor Verheyden]], [[Jean Baptiste Degreef]], [[Lucien Frank]], [[Adolphe Hamesse]], [[Theodore Hannon]], [[Richard Viandier]] en de dames [[Anna Boch]], [[Marie Collart]] en [[Louise Héger]].
 
== Derde generatie ==
Zelfs een derde groep landschapschilders zou, na 1900, nog Tervuren en omgeving aandoen. Het waren leerlingen van Joseph Coosemans, die intussen leraar landschapschilderen geworden was aan het Hoger Instituut voor Schone Kunsten te Antwerpen. Hij droeg zijn geestdrift, voor de plekken waar hij destijds zelf geschilderd had, over op [[Emile Jacques]], [[Armand Maclot]] en [[Paul Leduc]].