School van Tervuren: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
tikfout
bewerking
Regel 3:
Net zoals bij het Franse [[Barbizon]], 30 jaar voordien, was er geen sprake van een gemeenschappelijk programma, noch van enige gezamenlijke theorie of procedé. Ze hadden alleen de wil gemeen, zich te bevrijden van een te stug academisme, zich in de natuur onder te dompelen en de vrijheid van de kunstenaar te manifesteren.
 
== Voorlopers ==
Reeds rond 1840 hadden enkele Brusselse schilders het landelijk dorpje Tervuren ontdekt en kwamen er in de vrije natuur schetsen en schilderen. De Franse Barbizonschilder [[Léonce Chabry]] (1832-1883) verbleef regelmatig in Brussel. Hij was er bevriend met de dierenschilder [[Alfred Verwee]] maar ook met [[Joseph-Théodore Coosemans]], met wie hij ook in Tervuren schilderde.
De Belgische landschapsschilderkunst ontstond in de jaren 30 en 40 van de 19de eeuw, onder impuls van een aantal kunstenaars waarvan de meesten enige tijd hadden verbleven in Barbizon. Tot deze voorlopers van de School van Tervuren rekent men [[Théodore Fourmois]], [[Edouard Huberti]], [[Paul Lauters]], [[Pierre-Louis Kuhnen]], [[Alfred de Knyff]], [[François Roffiaen]], [[Edmond De Schampheleer]], [[François de Lamorinière]] en [[Joseph Quinaux]]. Vanaf 1840 hadden enkele Brusselse schilders, zoals Fourmois en Huberti, het landelijk dorpje Tervuren ontdekt en kwamen er in de vrije natuur schetsen en schilderen. De Franse Barbizonschilder [[Léonce Chabry]] (1832-1883) verbleef regelmatig in Brussel. Hij was er bevriend met de dierenschilder [[Alfred Verwee]] maar ook met [[Joseph-Théodore Coosemans]], met wie hij ook in Tervuren schilderde. Joseph Coosemans, die toen stalknecht was in de paardenstoeterij van Tervuren, werd gestimuleerd door de Brusselse dierenschilder [[Charles Tschaggeny]] om zijn talent als tekenaar te ontwikkelen.Hij zou toen enkele tientallen schetsen van paarden hebben gemaakt, waarvan nu echter elk spoor verdwenen is. Later, toen hij gemeentesecretaris was in Tervuren, werd hij gestimuleerd door Fourmois tot het schilderen van landschappen in realistische stijl. Ook Huberti verbleef regelmatig in de herberg "In den Vos" waar hij contact met jonge schilders uit de omgeving.
 
== Oprichting ==
 
In 1863 kwamen de twee vrienden [[Camille Van Camp]] en Hippolyte Boulenger naar Tervuren, dat zij bestempelden als het "Belgisch Barbizon". Ze verbleven een tijd in de herberg "In den Vos" en maakten er plannen om een kunstenaarskolonie in Tervuren te stichten. Boulenger verhuisde het volgend jaar naar tervuren, eerst naar dezelfde artiestenherberg en later ging hij wonen in sde Brusselsestraat. Hij richtte zijn eerste atelier op in de paardenstallen van het voormalig hertogelijk kasteel.
 
Voor het Brusselse Salon van 1866 had Hippolyte Boulanger, ten titel van boutade, op de rugzijde van een van zijn werken "School van Tervuren" geplaatst. Daarmee had hij meteen de naam gekleefd op een eerste generatie kunstenaars, die gewoon waren, gezamenlijk of afzonderlijk, aan het schilderen te gaan, in het dorp, in het Zoniënwoud of in de directe omgeving, als plein-airisten direct in de natuur zelf. Zelfs gezamenlijk werd veelal van gedachten gewisseld, op het marktplein in de [[herberg]] "In de Vos". De betrokkenen waren, naast Boulenger zelf, [[Joseph-Théodore Coosemans]] (1828-1904), [[Edouard Huberti]] (1818-1880), [[Louis Crepin]], [[Jules Raeymaekers]], [[Alphonse Asselbergs]] (1839-1916), [[Henri Van der Hecht]] en [[Jules Montigny]].
Regel 10 ⟶ 15:
 
De Tervurense meesters zonderden zich niet af. Ze hadden wel degelijk contacten met andere realisten als [[Louis Artan]], [[Theodore Tscharner]], [[François Binjé]] of [[Alfred Verwee]]. Er was zelfs wisselwerking met de landschappers van de [[Kalmthoutse School]] en de [[Dendermondse School]], die zich in de Tervurense natuur kwamen ophouden. [[Theodore Baron]], [[Isidoor Meyers]] en [[Franz Courtens]] waren hierbij opvallende figuren. Deze School is ook gangmaker geweest in 1868 bij de oprichting van de "[[Société Libre des Beaux-Arts]]" in Brussel.
 
Veel van deze Tervurense meesters zijn verder geëvolueerd naar een impressionisme met een eigen karakter : Hippolyte Boulenger (eerder een aanzet tot het impressionisme), Guillaume Vogels, Louis Crépin, Camille Van Camp, Isidore Verheyden en nog enkele anderen.
 
Na de dood van Boulenger, in 1874, ontstond een zogenaamde "tweede generatie" Tervurense kunstenaars, met oa. [[Guillaume Vogels]], [[Isidoor Verheyden]], [[Jean Baptiste Degreef]], [[Lucien Frank]], [[Adolphe Hamesse]], [[Theodore Hannon]], [[Richard Viandier]] en de dames [[Anna Boch]], [[Marie Collart]] en [[Louise Héger]].