Zonnenevel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Maiella (overleg | bijdragen)
recat
Regel 12:
De samenstelling van de nevel zal niet veel verschillen van de uiteindelijke samenstelling van de centrale ster die ontstaat. Voor ons eigen Zonnestelsel betekent dit dat de nevel oorspronkelijk voor ongeveer 98 [[massa (natuurkunde)|massaprocent]] uit [[Waterstof (element)|waterstof]] en [[helium]] moet hebben bestaan. Deze elementen werden gevormd vlak na de [[Oerknal|Big Bang]]. De overige 2 massaprocent bestond uit zwaardere [[element (scheikunde)|elementen]] die gevormd werden door [[nucleosynthese]] in eerdere generaties sterren, die aan het einde van hun [[sterevolutie|levensloop]] deze elementen de ruimte in bliezen. De fractie zwaardere elementen in een ster wordt wel de [[metaal (astronomie)|metaliciteit]] van de ster genoemd. [[Statistiek|Statistisch]] gezien is de kans dat planeten gevormd worden in nevels met hogere metalliciteiten groter.
 
De de nevel '''wordt warmer''', omdat de kinetische energie van de deeltjes in de nevel toenemen ten koste van de potentiële energie in het gravitatieveld. De '''toenemende [[rotatiesnelheid]]''' is het gevolg van de [[wet van behoud van impulsmoment]]: net als een kunstschaatser die tijdens een pirouette sneller gaat draaien als hij zijn armen samentrekt, zal de nevel sneller gaan roteren bij contractie naar het [[massamiddelpunt]]. De '''afplatting''' van de aanvankelijk bolvormige nevel tot een [[protoplanetaire schijf]]) is het gevolg van botsingen en [[accretie]] van gasdeeltjes, waarbij hun bewegingen uitmiddelen ten gunste van de richting van het impulsmoment.
 
Analyse van de samenstelling van acht [[meteoriet]]en die vermoedelijk zijn ontstaan tijdens de eerste drie miljoen jaar van de vorming van het Zonnestelsel heeft uitgewezen dat zo'n 1 tot 2 miljoen jaar na de vorming van de [[Zon]] de protoplanetaire schijf verrijkt werd in de [[isotoop]] van [[ijzer (element)|ijzer]] <sup>60</sup>Fe. Dit moet het gevolg zijn geweest van een supernova niet ver van de plek van de Zonnenevel.<ref>{{en}}Bizzarro, M.; Ulfbeck, D.; Trinquier, A.; Thrane, K.; Connelly, J.N. & Meyer, B.S.; 2007: ''Evidence for a Late Supernova Injection of <sup>60</sup>Fe into the Protoplanetary Disk'', [[Science]] '''316''', p. 1178 - 1181, [http://www.sciencemag.org/cgi/content/abstract/316/5828/1178]</ref>