Evolutionaire taalwetenschap: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Evolutionaire taalwetenschap''' is de studie van het ontstaan en ontwikkeling van taal en omvat onder andere de glottogonie....'
(geen verschil)

Versie van 18 jun 2009 09:12

Evolutionaire taalwetenschap is de studie van het ontstaan en ontwikkeling van taal en omvat onder andere de glottogonie. Bij gebrek aan empirische gegevens werd er gedurende een eeuw vrijwel geen aandacht aan dit onderwerp besteed. maar met de grote vorderingen die eerst waren gemaakt in de psycholinguïstiek, neurolinguïstiek, evolutionaire antropologie en cognitieve wetenschap, nam eind jaren '80 ook de belangstelling voor de evolutionaire taalwetenschap weer toe.

Geschiedenis

Een allereerste aanzet tot wat later de evolutionaire taalwetenschap zou worden werd aan het eind van de 18e eeuw gemaakt door James Burnett met zijn werk The Origin and Progress of Man and Language. Men laat de evolutionaire taalwetenschap echt beginnen in de 19e eeuw met de Stammbaumtheorie van Albert Schleicher. Hierin werd de historische ontwikkeling van taal en verschillende taalfamilies voor het eerste vergeleken met de evolutie van levende wezens. In de zevende aflevering van Science publiceerde Joseph Jastrow een verklarende theorie met betrekking tot glottogonie en taalevolutie.

De Stammbaumtheorie bleek met name erg bruikaar in de vergelijkende taalwetenschap, maar het ontbreken van authentieke bronnen ("fossielen") werd er niet mee opgelost. In 1886 verbood de Société de Linguistique de Paris nieuwe publicaties op het gebied van de evolutionaire taalwetenschap. Pas in 1988 kwam het onderwerp weer ter sprake in de Linguistic Biography. In 1996 werd er een hele conferentie aan besteed. Sinds 2001 publiceert de Oxford University Press de serie Studies in the Evolution of Language.

Actueel

Belangrijk onderzoek wordt momenteel verricht door professor Luc Steels. Hij en zin team beschouwen taal als een complex adaptief systeem dat voortdurend interageert met uitwendige agentia en daardoro aan verandering onderhevig is. Het onderzoek is uitgewerkt in de Fluid Construction Grammar, een systeem dat speciaal is ontworpen voor het beschrijven van de oorsprong en ontwikeling an taal.

Sommige andere taalkundigen zoals John McWhorter nemen creooltalen en pidgintalen als voornaamste uitgangspunt voor de zoektocht naar het ontstaan van taal. Voor het beschrijven van alleen de historische taalontwikkeling beroept men zich op bepaalde taaluniversalia zoals de mogelijkheid tot substantivering en op de hypothese van de universele grammatica.