Carl Reinecke: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
SassoBot (overleg | bijdragen)
Wesoparius (overleg | bijdragen)
lf
Regel 8:
In [[1851]] werd hij docent aan het [[Hochschule für Musik|Conservatorium van Keulen]]. Daarna werd hij benoemd tot muzikaal leider in [[Wuppertal|Barmen]] en werd hij de academische, muzikale leider en dirigent van de [[Singakademie]] in [[Wrocław|Breslau]].
 
In [[1860]] werd Reinecke benoemd tot dirigent van het [[Gewandhausorchester]] in [[Leipzig]], and docent compositie en piano aan het [[Felix Mendelssohnschool voor Muziek en Theater|conservatorium van Leipzig]]. Hij leidde het orkest tot 1895. Hij dirigeerde er onder andere de première als die van de finaleuiteindelijke zevendelige versie van ''[[Ein deutsches Requiem]]'' van [[Johannes Brahms]] in 1869.
 
In 1865 speelde het Gewandhaus-kwartet de première van zijn [[pianokwintet]] en in 1892 zijn [[strijkkwartet]] in D majeur.<ref>[http://www.gewandhaus-quartett.de/gesch.html]</ref>
 
Honderd jaar na zijn dood zijn de bekendste composities van Reinecke wellicht zijn werken voor [[dwarsfluit|fluit]]: de fluitsonate ''Undine'' en zijn fluitconcert. Hij was echter een van de invloedrijkste en meest veelzijdige musici van zijn tijd. Hij was meer dan 35 jaar docent. Tot zijn leerlingen behoorden onder anderen [[Edvard Grieg]], [[Basil Harwood]], [[Christian Sinding]], [[Leoš Janáček]], [[Isaac Albéniz]], [[Jan Blockx]], [[Johan Severin Svendsen|Johan Svendsen]], [[Richard Franck]], [[Felix Weingartner]], en [[Max Bruch]].
 
Na zijn pensioen besteedde hij al zijn tijd aan het componeren. Hij schreef meer dan driehonderd gepubliceerde werken. Hij schreef een aantal opera's (die momenteel geen van alle meer worden uitgevoerd). Reinecke stierf toen hij 85 was in [[Leipzig]].