Boudewijn VII van Vlaanderen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
RudolphousBot (overleg | bijdragen)
k brfix
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 20:
In het spoor van zijn voorgangers, Robrecht I en Robrecht II, gaf hij bij de opkomst van de steden en de handel blijk van grote gestrengheid inzake de godsvrede, die hij herhaaldelijk hernieuwde, o.a. in [[1114]] te [[Sint-Omaars]]. Hij deed grote inspanningen om recht en orde te doen zegevieren. Zelfs als jeugdige graaf viel er met hem niet te spotten. Amper twee maanden na zijn aanstelling, liet hij, naar men verhaalt, een roofridder levend koken op de markt van [[Brugge]]. Hij werd gevreesd voor zijn strenge optreden tegen boeven, roofridders en rebellerende edelen. Dit waren voornamelijk de Zuid-Vlaamse leengraven [[Walter II van Hasdin]] en [[Hugo II van Saint-Pol]], die zich poogden aan het grafelijke gezag te onttrekken. Beiden moesten inbinden en het kwam tot een vredesakkoord. De steun die hij in ruil van de steden genoot, diende hem in zijn strijd tegen de adel. Boudewijns bijnamen herinneren aan zijn krachtdadig optreden tegen de verstoorders van de landvrede.
 
Hij was in [[1110]] gehuwd met [[Havoise van Bretagne]], dochter van hertog [[Alan IV van Bretagne|Alan IV]]. Maar het huwelijk werd niet lang daarna door [[paus]] [[paus Paschalis II|Paschalis II]] ontbonden. De internationale situatie was veranderd. [[Bretagne (regio)|Bretagne]] had de zijde gekozen van de Engelse koning, terwijl Vlaanderen aan de zijde van de Franse koning stond. Toen zijn vader Robrecht II sneuvelde in 1111, bestond de kans dat dat Boudewijn in het kamp van zijn schoonvader zou terechtkomen. Dit zal wel de doorslag gegeven hebben, maar de officiële reden was een zekerete nauwe bloedverwantschap.
 
Boudewijn overleed kinderloos, zodat het Vlaamse gravenhuis der Boudewijnen in rechtstreekse mannelijke lijn uitstierf. Kort vóór zijn dood wees hij zijn neef prins Karel van Denemarken aan als zijn troonopvolger. Hij deed de edelen van Vlaanderen en zijn moeder Clementia de eed van trouw zweren op zijn troonopvolger. Kort voor zijn dood werd hij nog monnik. Hij overleed op terugreis naar het [[kasteel van Wijnendale]]. Hij werd op 19 juni begraven in de Sint-Bertijnsabdij in Sint-Omaars, in het bijzijn van Karel van Denemarken en veel buitenlandse edellieden.
 
Maar zijn opvolger zou de meest legendarische graaf [[Karel de Goede]] worden.
 
== Referentiewerk ==